Fout
Ongebruikelijk lange
laadtijd. De gele led
„Batt. II" knippert.
De laadbooster stopt
het laadproces. De
rode „Power"-led
knippert.
De volledige laad-
stroom wordt niet
bereikt. De rode
„Power"-led brandt.
De laadbooster scha-
kelt voortdurend tus-
sen de actieve en de
niet-actieve status.
De accu wordt niet
meer opgeladen of
kan de lading niet
meer vasthouden.
Het displaypaneel
werkt niet.
Het displaypaneel
licht alleen slecht op.
Mogelijke oorzaak
Laagspanningsbeveiliging van de star-
taccu. Accuspanning te laag (> ingestelde
waarde voor „laadvermogen verhogen",
zie hoofdstuk „Modus instellen" op
pagina 88). De laadbooster schakelt naar
gereduceerde laadstroom (< 30 %) om de
accu te beschermen.
Uitschakeling door veiligheidstimer. De I-
fase heeft te lang geduurd (> 15 uur).
Te veel gelijkstroomverbruikers aangeslo-
ten.
De accu is defect.
Oververhitting van de laadbooster.
Omgekeerde polariteit van de thuisaccu.
De thuisaccu is al opgeladen.
De laadstroom is niet correct ingesteld.
De accu is sterk gesulfateerd.
Verborgen uitschakelrelais aanwezig (bijv.
in het centrale elektrische systeem).
Zwak D+-signaal.
Foutieve aansluiting van de startaccu.
De accu is defect.
Het displaypaneel is niet goed aangeslo-
ten.
Nachtmodus is geactiveerd.
Voorgestelde oplossing
De laadbooster keert automatisch terug naar
de volledige laadstroom wanneer de spanning
stijgt tot de herstartwaarde (ingestelde waarde
voor „reductie van laadvermogen", zie hoofd-
stuk „Modus instellen" op pagina 88).
➤ Reset het toestel door het regelsignaal op
➤ Verminder de aangesloten gelijkstroom-
➤ Vervang de accu.
De laadbooster start automatisch opnieuw op
wanneer de temperatuur daalt.
➤ Sluit de thuisaccu aan met de juiste polari-
➤ Belasting met krachtige verbruikers.
➤ Controleer de instelling van de laadstroom
➤ Vervang de accu.
➤ Pas de aansluitvariant aan voor voertuigen
➤ Controleer het D+-signaal.
➤ Gebruik anders het contactsleutelsignaal
➤ Controleer de aansluiting op foutieve
➤ Vervang de accu.
➤ Controleer de aansluitingen (zie hoofdstuk
➤ Schakel de nachtmodus uit (zie hoofdstuk
4445103799
D+ te verwijderen. Schakel de motor uit en
koppel het toestel los van het elektriciteits-
net.
verbruikers.
teit.
(zie hoofdstuk „Modus instellen" op
pagina 88).
met een bestaand scheidingsrelais.
(klem 15) of installeer een D+ Active-simu-
lator (verkrijgbaar als accessoire).
bedrading en zekering of corrosie bij de
chassisaansluitingen.
„Het displaypaneel gebruiken" op
pagina 85).
„De nachtmodus instellen" op pagina 89).
91