Bij nieuwe pompen of na plaatsing van een nieuwe
asafdichting dient men het oliepeil na 1 bedrijfsweek te
controleren.
Voor een langdurige en probleemloze werking van de
pomp dienen de volgende punten regelmatig te worden
gecontroleerd:
- Stroomverbruik(A) met ampère meter controleren
- Pomphuis en waaier op zichtbare slijtage testen, evt.
vervangen
- As-Lager :door het met de hand draaien van de as, deze
op vrije- en geruislozeloop testen. Bij schade is een com-
plete revisie door een HOMA-werkplaats noodzakelijk.
Kabel en Kabeldoorvoer op waterdichtheid en beschadi-
gingen controleren.
-Oliepeil en -kwaliteit (alleen TP30) in de oliekamer. De
oliekamer is bij verticale positie van de pomp tot de
onderkant van de controleopening gevuld. Wanneer de
olie in de oliekamer troebel of melkachtig is, duidt dit op
een beschadiging van de asafdichting. In dit geval dient u
de toestand van de asafdichtingen te controleren. Ververs
de olie altijd na 3000 bedrijfsuren. Oliesoort biologisch
afbreekbare HOMA-ATOX.
- Mechanische afdichtingen op slijtage testen
Onderhoudscontract
Voor regelmatige vakkundige uitvoering van alle
noodzakelijke onderhoud- en controlewerkzaamheden
bevelen wij een HOMA-onderhoudscontract aan. Neemt u
contact op met onze servicedienst
Verontreinigde pompen
Indien een pomp is gebruikt voor een vloeistof die
schadelijk voor de gezondheid is, wordt deze pomp als
verontreinigd beschouwd.
Wanneer HOMA wordt verzocht een pomp in reparatie te
geven, dienen alle gegevens over het gepompte medium
enz. aan HOMA te worden overhandigd voordat de pomp
aan HOMA wordt geretourneerd. Gebeurt dat niet, dan
kann HOMA weigeren de pomp te repareren.
Eventuele kosten voor het retourneren van de pomp zijn
voor rekening van de klant.
Indien de pomp is gebruikt voor vloeistoffen die schadelijk
zijn voor de gezondheid, dient de aanvraag voor een
servicebeurt te allen tijde vergezeld te gaan van gegevens
over het gepompte medium.
!
10. Opsporen van storingen
Voor elke reparatie aan pomp stroomtoevoer uitscha-
kelen!
Storing
Motor start niet op. De
zekeringen branden
door of de
motorbeveiliging
verbreekt
Direct uit!Let op: Niet
opnieuw inschakelen!
Pomp loopt, maar de
motorbeveiligingscha-
kelaar springt er na
korte tijd uit.
Pomp loopt met een
verminderde capaciteit
en te lage
capaciteitafname
Pumpe loopt, verpompt
echter geen water
Uit motorhuis lekt olie in
het medium.
21
Oorzaak
Oplossing
• Geen stroomtoevoer,
• Kabel en motor door
kortsluiting, foutieve
een elctriciën laten
stroom in de kabel of
testen en herstellen
motorwikkeling
• Zekering doorgebrand
• Zekeringen door
(verkeerd type)
juiste vervangen
• Waaier door
• Waaier reinigen
verontreiniging
verstopt.
• Niveauschakelaar
• Niveauschakelaar
verplaatst of defect
testen en eventueel
uitwisselen.
• Motorbeveiligingscha-
• Instelling volgens de
kelaar te laag inge-
gegevens op de
steld
pomp-typeplaat in
acht nemen.
• Verhoogde
• Spanning tussen
stroomopname op
twee fasen meten.
grond van
Tolerantie ± 10% (±
spanningsverlies
5% bij explosievrije
uitvoering)
• Waaier door
• Waaier reinigen
verontreiniging
geblokkeerd.
Verhoogte stroom-
opname in alle drie de
fasen.
• Waaier door
• Waaier reinigen
verontreiniging
Verstopt
• Foutieve draairichting
• Draairichting
(alleen bij draaistroom
controleren en evt.
uitvoering)
twee fasen
omwisselen
(zie par. 6.4)
• Afsluiter gesloten of
• Afsluiter testen en
geblokkeerd
deze openen of
reinigen
• Terugslagklep
• Terugslagklep
geblokkeerd
reinigen
• Lucht in de pomp
• Pomp ontluchten
• Asafdichting versleten
• Asafdichting
vernieuwen en olie
verversen