Onderhoud En Assistentie; Bedieningen; Maaihoogte-Instelling; Voorwaarts Kantelen - Castelgarden 85C Manuel D'utilisation

Masquer les pouces Voir aussi pour 85C:
Table des Matières

Publicité

NL
• Op het moment dat de machine wordt
afgedankt, mag hij niet in het milieu worden
achtergelaten. Breng hem naar een centrum 
voor afvalverzameling, in overeenstemming met
de geldende plaatselijke voorschriften.
3.7

ONDERHOUD EN ASSISTENTIE

Alvorens te beginnen met het aankoppelen aan
of afkoppelen van de machine en/of de verplaat-
sing van het maaisysteem of met reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden in het algemeen:
Zet de machine op een vlakke onder-
grond.
Schakel de parkeerrem in (zie de
handleiding van de machine).
Voor machines die op benzine werken;
maak de bougiekabels los.
Voor dieselmachines; maak de (min-)
kabel van de accu los.
Verwijder de contactsleutel. (Zie de
handleiding van de machine).
Draag werkhandschoenen.
• Haal alle schroeven en moeren aan, om
een veilige werking van het accessoire te
verzekeren.
• Controleer regelmatig of de schroeven van de
maaisysteemgroep goed zijn aangehaald.
• Vervang, om de veiligheid niet in gevaar te
brengen, versleten of beschadigde onderdelen.
• Vervang beschadigde waarschuwings- en
instructiestickers.

4 BEDIENINGEN

4.1

MAAIHOOGTE-INSTELLING

De maaihoogte kan worden ingesteld tussen 25
en 90 mm.
Stel de maaihoogte in wanneer de ma-
chine is uitgeschakeld
1) Instelling van de maaihoogte
De instelling kan met de hiervoor bestemde
schakelaar op de hoofdmachine (indien aanwezig)
traploos worden ingesteld.
De wijzer (1:G) geeft de ingestelde hoogte aan.
10
NEDERLANDS
De elektrische instelling is alleen actief
wanneer de stekker van de stroomka-
bel van de maaisysteemgroep in de
contactdoos (9:A) van de machine zit.
2) Handmatige instelling van de maaihoogte
De maaihoogte kan met de hendel (3:A)op ver-
schillende vaste standen worden ingesteld.
De wijzer (3:B) geeft de ingestelde hoogte aan.
4.2

VOORWAARTS KANTELEN

De achterzijde van de maaisysteemgroep kan 12
mm worden opgelicht door de twee splitpennen
of stiften (4:A) één gat omlaag te verstellen op de
pennen (4:B).
5 BEVESTIGING VAN HET
De maaisysteemgroep wordt aan de hoofdmachi-
ne gekoppeld door middel van verbindingen die
aan de voorwielen vastzitten en wordt vastge-
maakt aan een ketting die met de haak voor het
opheffen van de accessoires wordt verbonden.
De verbindingen worden aan de armen gekoppeld
(1:A).
5.1
Bevestiging aan het systeem voor het
opheffen van de accessoires
De maaisysteemgroep wordt door middel van
een ketting en kniphaken met de "hendel voor
het opheffen van de accessoires" (8:A) van de 
hoofdmachine verbonden.
Een kniphaak (8:B) bepaalt de werkstand en kan
in de kettingschakels worden verplaatst om het
hefvermogen in te stellen.
De andere kniphaak (8:C) wordt gebruikt voor de
reinigingsstand.
5.2
BEVESTIGING OP DE MAAISYSTEEM-
VERBINDINGEN OP DE WIELEN
5.2.1 Maaisysteem met elektrische instelling
van de maaihoogte.
1. Plaats de maaisysteemgroep dicht bij de ma-
chine, steek de stekker van de stroomkabel
van de maaisysteemgroep in de contactdoos
(9:A) en stel de maximale maaihoogte in. Zie 
4.1.
2. Haak de stekker uit de contactdoos.
(Vertaling van de originele
gebruiksaanwijzingen)
MAAISYSTEEM

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

95cv95cv e95cp95cp e105c e

Table des Matières