1
A
12
11
10
B
48
0,5 mm
2
3
9
8
7
6
12
5
4
Bougie vervangen
ATTENTIE:
Bougie of bougiedop mogen niet bij lopende motor aan-
geraakt worden (hoogspanning!).
Onderhoudswerkzaamheden uitsluitend bij uitgeschakelde
motor uitvoeren. Bij hete motor gevaar van verbranding.
Beschermhand schoenen dragen!
Bij beschadiging van de isolator, sterke verbranding van de
elektroden, of sterk vervuilde electroden, moet de bougie ver-
vangen worden.
Bougiestekker (1) van de bougie af trekken. De bougie uitsluitend
met de meegeleverde combisleutel eruitnemen.
ATTENTIE: Bij vervanging uitsluitend de bougie NGK BPMR
7A gebruiken.
Elektroden afstand
De elektrodenafstand moet 0,5 mm zijn.
Starterkabel vervangen
Maak de vier schroeven (2) los. Het ventilatorhuis (3) wegnemen.
Resten van de oude kabel verwijderen.
De schroef (4) uitdraaien. Kabeltrommel (7) vasthouden en
de meenemer (5) en veer (6) afnemen.
LET OP! Gevaar van letsel! De terughaalveercassette (9)
is niet geborgd en kan uit het ventilatorhuis vallen. De te-
rughaalveer staat onder voorspanning en kan daarbij uit
de cassette springen! Een uitgesprongen veer kan overeen-
komstig de tekening weer worden ingezet (op de draairichting
letten!).
De terughaalveercassette (9) tegen naar buiten glijden bevei-
ligen en de kabeltrommel (7) voorzichtig aftrekken.
Een nieuwe kabel (ø 3 mm, 900 mm lang) inrijgen zoals op de
afbeelding getoond (let op schijf (11)) en de beide uiteinden
van een knoop voorzien.
De knoop (12) in de kabeltrommel (7) en in de startgreep (10)
trekken.
De kabeltrommel opzetten, deze daarbij iets draaien tot de
terughaalveer grijpt.
De meenemer (5) en veer (6) monteren, de schroef (4) indraaien
en vastschroeven.
De kabel in de uitsparing (8) naar de kabeltrommel voeren en
de kabeltrommel mét de kabel twee maal rechtsom (met de
wijzers van de klok mee) draaien.
De kabeltrommel met de linker hand vasthouden en met de
rechter hand de verdraaïng van de kabel opheffen, de kabel
strak trekken en vasthouden.
De kabeltrommel voorzichtig los laten. De kabel wordt door de
veerkracht op de kabeltrommel gewikkeld.
Dit proces drie- tot vier keer herhalen. De startgreep moet nu
rechtop op het ventilatorhuis staan.
ATTENTIE: Gevaar van letsel! De uitgetrokken startgreep
vastmaken, daar deze terugschiet als de kabeltrommel per
ongeluk losgelaten wordt.
OPMERKING: Bij geheel uitgetrokken startkabel moet de
kabeltrommel minstens 1/4 toer tegen de veerkracht in verder
kunnen worden gedraaid.
Bij het terugplaatsen van de ventilatorkast kan het nodig zijn
om de starterkabel lichtjes aan te trekken om de kabeltrommel
te laten „aanslaan".