Klimaatcurven
Aangepaste klimaatcurven
Als de parameters 112 en 117 ingesteld zijn op 0 (zie tabel
1), kunt u in de regelaar een aangepaste klimaatcurve laden.
De onderstaande getallen geven aan welke parameter uit
65
55
par 4
45
35
25
15
20
par 4
15
10
5
0
OPMERKING:
Wanneer de NUI (parameter 100 ingesteld op 3) of de SUI-comfortmodus geïnstalleerd is (parameter 100 ingesteld op 2),
wacht de regelaar op een keuze tussen een aangepaste of vooraf ingestelde klimaatcurve. Als de toepassing een vaste
instelwaarde voor water nodig heeft om een horizontale klimaatcurve in te stellen, dan moet paramater120=121 voor
Verwarmingsklimaatcurve en 124=125 voor de Koelingsklimaatcurve worden ingesteld.
104
KLIMAATCURVE VERWARMING
1
3
-15
-10
-5
Buitentemperatuur
KLIMAATCURVE KOELING
1
3
15
20
25
Buitentemperatuur
de installateurconfiguratietabel ingesteld moet worden om
aangepaste verwarmings- en koelingscurven te maken.
1 - (Parameternr. 121)
2 - (Parameternr. 120)
3 - (Parameternr. 118)
4 - (Parameternr. 119)
2
0
5
10
1 - (Parameternr. 125)
2 - (Parameternr. 124)
3 - (Parameternr. 123)
4 - (Parameternr. 122)
2
30
35
4
15
20
25
4
40
45