NL
Dit apparaat werkt met hete lucht. Het is geen gewone friteuse waarin le-
vensmiddelen met veel olie worden gefrituurd! In het algemeen laten zich
alle etenswaren bereiden die zich ook in een gewone convectieoven kunnen
worden bereid. Voor goede resultaten, het hoofdstuk 'Tips' doorlezen.
1. Plaats de hoofdeenheid (1) op het keukenwerkblad of een ander droog, schoon, vlak,
hittebestendig en niet verwarmd werkblad. Zorg daarbij voor voldoende vrije ruimte
naar alle kanten, met name naar boven. Voorzie 20 cm vrije ruimte naar de zijkanten
en 50 cm naar boven.
2. Druk op de knop (12) om het deksel te openen. Daarna gaat het deksel (9) open.
3. Plaats het gaarreservoir (6) in de hoofdeenheid, als dat daar nog niet in zit.
4. Kies geschikt toebehoren voor het voedsel dat moet worden bereid, en leg dit in het
gaarreservoir (zie hoofdstuk 'Toebehoren').
5. Doe levensmiddelen in het gaarreservoir.
6. Sluit het deksel.
7. Wikkel het aansluitsnoer volledig af en steek de netstekker in een contactdoos. Het
bedieningspaneel (7) wordt geactiveerd.
8. Druk op de
geschakeld. Op het display (14) knippert afwisselend de gaartijd in minuten en de
gaartemperatuur in °C.
9. Stel de gaartijd en gaartemperatuur handmatig in of kies een van de 8 programma's.
De gaartemperatuur wordt ingesteld met de toetsen + en –, de gaartijd met de
toetsen
– en
Een programma kiezen:
Raak de MENU-toets zo vaak aan, tot het symbool van het gewenste programma
knippert. Er zijn 7 gaarprogramma's (pommes frites, kip, garnalen, vis, vlees, groente
en gebak) en een droogprogramma.
De gaartemperatuur en -duur zijn hier al ingesteld. Dit zijn echter slechts gemiddelde
waarden. Aangezien er verschillen zijn in ingrediënten op grond van hun herkomst,
grootte, vorm en kwaliteit, kunnen de daadwerkelijke gaartemperaturen en -tijden
afwijken. Die moeten evt. worden aangepast. Vóór het serveren beslist ervoor
zorgen dat vooral vlees en gevogelte zijn doorgegaard.
Zolang het programmasymbool knippert, kunnen gaartemperatuur en gaartijd met de
toetsen +/ – resp.
10. Start het gaarproces met de
den gestopt, druk dan opnieuw op de
11. Als het draaispit wordt gebruikt, start en stop dan de draaifunctie met de
Voordat u goed vertrouwd bent met het apparaat, moet de toestand van het voed-
sel tussendoor worden gecontroleerd.
12. Na afloop van de ingeschakelde gaartijd weerklinkt een signaal en het apparaat
wordt automatisch uitgeschakeld. De ventilator loopt echter nog enige tijd verder.
13. Open het deksel.
14. Neem de gare levensmiddelen uit het apparaat.
15. Trek de netstekker uit de contactdoos.
16. Laat het gebruikte toebehoren en het apparaat afkoelen en reinigen dit daarna (zie
hoofdstuk 'Reinigen en opbergen').
Aan/Uit-toets. De weergaven op het bedieningspaneel worden in-
+.
+/ – worden aangepast.
Aan/Uit-toets. Als het apparaat voortijdig moet wor-
56
Aan/Uit-toets.
toets.