M
Onderhoud en service
Bij onderhoud, waarbij personen met bewegende of spanningvoerende delen in aanraking kunnen komen, moet de pomp door het
loskoppelen van de stekker of door het uitzetten van de hoofdschakelaar en deze tegen weer inschakelen te beveiligen stopgezet
worden. Onderhoud niet uitvoeren bij pomp op bedrijfstemperatuur (gevaar voor verwonding door hete machine delen).
1. Smering (fig.
)
De lagers moeten d.m.v. de twee smeernippels (L) met 6 gr. vet nagesmeerd worden na de volgende draaiuren, doch minstens eenmaal per jaar:
50 Hz: VTA 60 - 100 ➝ 10.000 uur en VTA 140 ➝ 6.000 uur
60 Hz: VTA 60 / 80 ➝ 10.000 uur, VTA 100 ➝ 8.000 h uur en VTA 140 ➝ 4.000 uur
Opgelet! Deze termijnen gelden voor een omgevings temperatuur van 20°C. Bij 40 graden de termijn halveren.
Voor het nasmeren moet het aanzuigrooster (G) gedemonteerd worden.
Wij adviseren de volgende merken vet : Klüber Petamo GY 193 of andere gelijkwaardige vetten (zie ook plaatje (M) met vetvoorschriften).
2. Lamellen (fig.
en
)
Lamellen controle: Het type VTA heeft 4 koolstoflamellen, welke gedurende het gebruik geleidelijk afslijten.
Eerste controle na 4.000 draaiuren, daarna iedere 1.000 uur of afhankelijk van hoogte (X) eerder.
Aanzuigrooster (G) afnemen. Om het pomphuisdeksel (b) van het pomphuis af te drukken, moet de bout (a) in het midden van het lagerdeksel (c)
verwijderd worden en hierin een bevestigingsbout (s) van het huisdeksel draaien. Lamellen (d) voor controle uitnemen. Alle lamellen moeten een
minimale hoogte (X) hebben van 38 mm.
De lamellen mogen slechts als set vervangen worden.
Lamellenwissel: Heeft men bij de lamellen controle vastgesteld dat de minimale hoogte bereikt of reeds overschreden is, moeten de lamellen
vervangen worden.
In geen geval mogen de moeren (w
(zie M 12)
Pomphuis en rotorgleuven uitblazen. Lamellen in de rotorgleuven plaatsen. Bij inleggen erop letten dat de lamellen met de schuine-zijde (Y) naar
buiten wijzen en deze schuine-kant in de draairichting (O
pomhuisdeksel (b) op de as moet het vet van het lagerdeksel (c) weer in de kooi van het lager gesmeerd worden. Bovendien moeten vetresten van
de as verwijderd worden. Anders komt dit vet in het pomphuis waar het zich vermengt met het koolstofslijpsel van de lamellen en als een pasta de
lamellen vast in de rotor zal laten verkleven.
Opgelet! Opletten dat er geen vuil in het lager komt.
Bij het vastschroeven van het pomphuisdeksel (b) moeten de vetvrije bouten gelijktijdig en gelijkmatig aangetrokken worden , om te voorkomen
dat het deksel zich in de paspennen vastvreet. Zodra het deksel vast op het huis aanligt verdient het aanbeveling om gedurende het verder
aantrekken van de bouten de ventilator (met behulp van een schroevendraaier of iets dergelijks) te draaien. Dit voorkomt het afbreken op de hoeken
van de lamellen. Aanzuigrooster (G) weer vastschroeven.
3. Koeling (fig.
en
)
Bij zeer stoffige omgeving kan de ruimte tussen de koelribben verstopt raken. Schoonmaken kan na het afnemen van het aanzuigrooster (G) en
kasting (G
) door middel van schoon blazen met lucht.
1
L
L
G
) welke van een kleurmarkering zijn voorzien, worden losgedraaid van het pomphuisdeksel (b).
1
) met het verloop van het huis (Z) overeenstemt. Voor het monteren van het
1
Y
Z
X
O
1
c
a
b
s
G
d
1