NEDERLANDS
Richt de afstandsbediening in de richting van de airco.
Controleer of er geen objecten aanwezig zijn tussen het signaal van de afstandsbediening en
de ontvanger van het signaal in de binnenunit.
Stel de afstandsbediening niet bloot aan direct zonlicht.
Bewaar minimum 1 meter afstand tussen de televisie en andere elektrische apparaten.
Fig. 31.
Algemene werking
De door de ventilator aangezogen lucht komt binnen in de roosters, gaat door de filter en
wordt gekoeld, verwarmd of gedroogd door de warmtewisselaar.
De lamellen regelen de luchtstroom van boven naar beneden, de luchtstroom van links naar
rechts wordt manueel geregeld met de verticale schotten. In sommige modellen functioneren
de verticale schotten ook met de motor.
Fig. 32.
1.
Filter
2. Warmtewisselaar
3. Ventilator
Functies en standen
Kinderslot
Hou gedurende 2 seconden de knoppen omhoog en omlaag tegelijk ingedrukt om het kinderslot
te activeren.
Sturing van de luchtstroom
Om de verticale luchtstroom aan te passen, druk op het icoon 2. Druk 1 keer om de horizontale
lamellen te activeren en dus de oscillatie van boven naar beneden, druk opnieuw om ze onder
een bepaalde hoek te fixeren. Het icoon verschijnt in het scherm van de afstandsbediening als
de functie geactiveerd is.
Om de horizontale luchtstroom aan te passen, verzeker u ervan dat de horizontale lamellen niet
bewegen en verzet de verticale schotten manueel. Daarna drukt u op icoon 3 om de oscillatie
van links naar rechts van de verticale schotten te activeren en drukt u opnieuw om ze onder
een bepaalde hoek te fixeren. Het icoon verschijnt in het scherm van de afstandsbediening als
de functie geactiveerd is (uitsluitend in bepaalde modellen).
Opmerking: Pas de horizontale lamellen niet manueel aan, het is mogelijk dat ze zich niet goed
zullen sluiten bij het uitschakelen van de airco.
Steek geen vingers, stokken of andere objecten in de aan- en afvoeren van lucht. Accidenteel
contact met bewegende onderdelen of voorwerpen kan schade of kwetsuren veroorzaken.
Fig. 33.
294
ENERGYSILENCE 12000 AIR CLIMA CONNECTED
1.
Beweging van de lamellen
2. Verticale schotten
3. Horizontale lamellen
Standen
Druk op de menuknop om één van de 3 standen te kiezen:
Koelmodus
Om de lucht te koelen en te drogen. Om in te schakelen drukt u op de menuknop (icoon 4) tot
de pijl COOL aanwijst. Gebruik de knoppen naar boven en naar onder om de temperatuur te
verhogen of te verlagen.
Verwarmingsmodus
Om kamers of woningen te verwarmen. Om in te schakelen drukt u op de menuknop (icoon 4)
tot de pijl HEAT aanwijst. Gebruik de knoppen naar boven en naar onder om de temperatuur te
verhogen of te verlagen.
Waarschuwing: in de verwarmingsmodus is het mogelijk dat het toestel automatisch begint te
ontdooien. Dit is essentieel om vorst in het toestel te ontdooien en de warmtewisseling door
te voeren. Dit proces duurt tussen de 2 en 10 minuten. Tijdens het ontdooien stopt de ventilator
met werken. Na het ontdooien begint het toestel automatisch te verwarmen.
Droogmodus
Om de lucht te drogen of ontvochtigen. Om in te schakelen drukt u op de menuknop (icoon 4)
tot de pijl DRY aanwijst. Deze modus werkt met de standaardinstellingen.
Ventilator
In deze stand werkt enkel de ventilator, zonder enige modus. Om in te schakelen drukt u op de
menuknop (icoon 4) tot de pijl FAN aanwijst.
Regelen van de ventilatorsnelheid
Regel de snelheid van de ventilator terwijl hij werkt in 1 van volgende standen: Auto, Ventilatie,
Koelen of Verwarmen. Druk op het icoon 7. Om de snelheid van de ventilator te kiezen: Stil/
Laag/Middellaag/Medium/Middelhoog/Hoog/Turbo/Auto
Fig. 34.
Auto-stand
Om in te schakelen drukt u op de menuknop (icoon 4) tot de pijl AUTO aanwijst. In deze modus kiest
het toestel automatisch de meest geschikte instellingen volgens de omgevingstemperatuur.
Scherm van de binnenunit
NEDERLANDS
ENERGYSILENCE 12000 AIR CLIMA CONNECTED
295