Buitengewoon onderhoud moet aan de hand van onderstaande tabel (indicatieve gegevens) worden
uitgevoerd door een
ONDERHOUDSINTERVAL
Iedere 200 uur
Iedere 500 uur
STORINGEN
Door de schakelaar (1) op
of
te zetten start de
waterreiniger niet en het
controlelampje (42) is uit.
De waterreiniger trilt erg
en maakt veel lawaai.
136
BUITENGEWOON ONDERHOUD
GESPECIALISEERD MONTEUR
• Controle hydraulisch circuit (water)
pomp.
• Controle van de pompbevestiging.
• Bijstelling van de elektroden.
• Vervanging oliepomp.
• Vervanging elektroden.
• Vervanging mondstuk gasolie.
• Controle inlaat-/uitlaatkleppen
pomp.
• Controle aanhaling schroeven pomp.
STORINGEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
OORZAKEN
E e n b e v e i l i g i n g v a n d e
i n s t a l l a t i e w a a r o p d e
waterreiniger is aangesloten is
in werking getreden (zekering,
aardlekschakelaar, enz.).
De stekker is niet goed in het
stopcontact gestoken.
Het waterfilter (18) is vuil.
Luchtaanzuiging.
Onvoldoende watertoevoer of
het water wordt op een te grote
diepte aangezogen
Reinigingsmiddel regelknop (34)
in de positie open en bakje leeg
of dop (55) verkeerd aangebracht
(uitsluitend modellen met bakje).
.
INGREEP
Herstel de beveiliging.
GEBRUIK BIJ EEN NIEUWE INWERKINGTREDING
ERVAN DE WATERREINIGER NIET EN WEND U
TOT EEN GESPECIALISEERD MONTEUR.
Haal de stekker uit het stopcontact en steek
hem er weer correct in.
Volg de aanwijzingen in de paragraaf
'GEWOON ONDERHOUD'
Controleer of het inlaatcircuit niet
beschadigd is.
Controleren of het kraantje helemaal
geopend is en of het debiet van het
waterleidingnet of de pompdiepte
overeenstemmen met de gegevens van de
paragraaf
GEGEVENS'
Vul het reinigingsmiddel bij of draai de
reinigingsmiddel regelknop in de positie
dicht door deze linksom te draaien, of
breng de dop juist aan.
• Reiniging mondstuk gasolie.
• C o n t r o l e / v e r v a n g i n g
gasoliefilter.
• Controle/vervanging waterfilter.
• Controle regelklep pomp.
• Reiniging ketel.
• Verwijdering aanslag spiraal
(uitsluitend BASIC en CLASSIC
zonder bakje).
• Controle veiligheidsinrichtingen.
OPLOSSINGEN
.
'EIGENSCHAPPEN EN TECHNISCHE
.
(wordt vervolgd op de volgende pagina)