NL
BE
Vel geen boom als er een sterke
of draaiende wind is of als er ge-
vaar voor beschadiging van ei-
gendom bestaat of als de boom
op leidingen zou kunnen vallen.
Zet onmiddellijk na einde van de
werkzaamheden de oorbescher-
ming af zodat u waarschuwingssig-
nalen en geluiden kan horen.
1. Snoeien:
O
Verwijder takken die naar
beneden hangen door even
boven de tak te beginnen.
Snoei nooit hoger dan op
schouderhoogte.
P
2. Vluchttraject:
Verwijder het kreupelhout
rondom de boom, zodat u zich
eenvoudig kunt terugtrekken.
Het vluchttraject (1) dient in
ongeveer 45° te staan op de
geplande valrichting (2).
Q
3. Kerven zagen
Maak een valkerf in de richting
waarin de boom moet vallen.
Begin met een boven-zaagsnede.
Maak dan een horizontale snede
van de onderkant te beginnen, die
exakt met de bovenste zaagsnede
samenkomt (A). De kerf moet een
diepte van ongeveer ¼ van de
stamdiameter en een hoek van
45° vertonen.
Ga nooit voor een boom staan
die ingekerfd is.
38
4. Valsnede (B)
Q
Maak de valsnede aan de an-
dere zijde van de stam, terwijl
u links van de boomstam staat
en met trekkende ketting zaagt.
De valsnede moet horizontaal
ca. 3-5 cm boven de horizontale
kerfsnede verlopen.
De valsnede moet zo diep zijn
dat de afstand tussen valsnede
en kerflijn minstens 1/10 van de
stamdiameter bedraagt. Het niet
doorgezaagde deel van de stam
wordt als breekmaat omschre-
ven.
Schuif een wig of een breekijzer
R
in de valsnede van zodra deze
diep genoeg is, om vastklemmen
van het zwaard te vermijden.
5. als de stamdiameter groter is
S
dan de lengte van het zwaard,
maak dan 2 snedes.
Wij raden onervaren gebruikers
veiligheidshalve af om een
boomstam te vellen waarvan de
diameter groter is dan de lengte
van het zwaard.
6. Na het zagen van de valsnede valt de
boom vanzelf of met behulp van de wig
of het breekijzer.
Trek de zaag uit de snede, scha-
kel de motor uit, leg de elektri-
sche kettingzaag neer en verlaat
het terrein via de vluchtweg van
zodra de boom begint te vallen.