Hydraulische Aansluiting; Condensaatafvoer; Elektrische Aansluiting - bulex GeniaAir 8 Manuel D'installation

INSTALLATIE

10 Hydraulische aansluiting

• Spoel de leidingen schoon met een geschikt product voordat u
een handeling uitvoert, dit om de aanwezigheid van vuil zoals
vijlsel, soldeersel en diverse oliën en vetten te verwijderen.
Het vuil zou in de warmtepomp terecht kunnen komen, wat de
werking ervan kan verstoren.
• Gebruik geen oplosmiddelen om de kringen niet te beschadigen.
• Soldeer de aansluitingen niet op hun plaats; deze operatie kan
de dichtingen beschadigen.
Zorg ervoor dat de leidingen niet in hun positie
b
gewrongen worden.
Isoleer het geheel van de leidingen isoleren
b
(tussen de warmtepomp en de voorzieningen, de
ondergrondse leidingen inbegrepen) met behulp
van een isolatiemateriaal dat bestand is tegen UV en
extreem hoge temperaturen.
3
2
7
n .
m i
1
1 m
Legende
1 Kogelkraan aanvoer van de warmtepomp naar de woning (niet
meegeleverd) (*)
2 Kogelkraan retour naar de warmtepomp (niet meegeleverd)
3 Flexibele verbinding van het retourcircuit van de warmtepomp (niet
meegeleverd) (*)
4 Stop
5 Retour (Ø1") aansluiting naar de warmtepomp
6 Aanvoer (Ø1") aansluiting van de warmtepomp naar de woning
7 Flexibele verbinding van het aanvoercircuit van de warmtepomp
naar de woning (niet meegeleverd)
8 Isolatiemateriaal (niet meegeleverd)
(*) Zo dicht mogelijk in de buurt van de warmtepomp instaleren
• Verwijder de beschermingsstoppen (4) die zich op de
aansluitingen bevinden.
• Installeer een fi lter op de retourleiding naar de warmtepomp.
Installeer de fi lter tussen 2 stopkranen om deze tekunnen
verwijderen uit het circuit en regelmatig te kunnen schoonmaken.
• Houd u aan de aangegeven waarden in de onderstaande
tabel voor de hydraulische aansluitingen van het
warmtepompcircuit.
Lineaire afstand (zonder
NL
bochten of
extra drukverlies)
≤ 20 m
≤ 30 m
- 56 -
5
4
6
4
8
Gemonteerde leidingen
8
¾" of binnen Ø = 20 mm
1" of binnen Ø = 26 mm
• Sluit een fl exibele verbinding en een kogelkraan aan op de
retouraansluiting naar de warmtepomp.
• Sluit een fl exibele verbinding en een kogelkraan aan op de
aanvoeraansluiting van de warmtepomp naar de woning.
• Controleer de installatie op lekkages. Herstel indien nodig.

11 Condensaatafvoer

Wanneer het toestel werkt, kan het condensaten produceren die
afgevoerd moeten worden.
Legende
1 Condensaatafvoerelleboog
2 Voorgeprikte gaten in de bodem onderaan de warmtepomp
• Installeer het bochtstuk (1) dat meegeleverd wordt met
het toestel en sluit het aan een afvoerleiding aan met
binnendiameter 16 mm (niet meegeleverd).
• Zorg ervoor dat de condensaatafvoerleiding niet bevriest.
De afvoercapaciteit van de condensaten neemt toe als de
voorgeprikte gaten (2) in de bodem open zijn. Maak de
voorgeprikte gaten open met behulp van een hamer.
i

12 Elektrische aansluiting

e
De buitenste bekabeling moet verbonden zijn met de aarding en
moet conform de geldende normen zijn.
De fabrikant wijst alle verantwoordelijkheid van zich af in het
geval van schade veroorzaakt door derden ten gevolge van een
incorrecte aarding van het toestel. Dit houdt in dat de geldende
Genia Air
bepalingen niet werden gerespecteerd.
12 15
De aansluitingskabels tussen de elektonica en de warmtepomp
-
moeten:
- aangepast zijn voor een vaste installatie.
- weerbestendig zijn.
150 600
37
430
2
Als u ervoor kiest alle voorgeprikte gaten (2) in
de bodem open te maken, neem dan de nodige
voorzorgsmaatregelen om het condensaat op te
vangen en om te vermijden dat ze bevriezen.
Onjuiste installatie kan leiden tot een elektrische
schok of beschadiging van het toestel. De elektrische
aansluiting van het toestel mag uitsluitend worden
uitgevoerd door een bevoegde technicus.
0020117814_03 - 09/13 - Bulex
150
1