Nederlands
WAARSCHUWING
Houd de kettingzaag stevig met beide handen vast wanneer
u hem gebruikt. Gebruik met slechts één hand kan leiden tot
ernstig letsel.
BEDIENING
Veiligheid van de gebruiker
WAARSCHUWING
Deze kettingzaag (CS33EDT) is ontwikkeld voor gebruik als
zaag voor boomzorg en -chirurgie. De zaag mag alleen worden
gebruikt door personen die ge-schoold zijn in boomzorg en
chirurgie. Leef de aanbevelingen, procedures en literatuur van
de vakorganisatie na. Het misachten ervan vormt een hoog
ongevallenrisico. We bevelen u aan altijd een hefplatform
te gebruiken bij het zagen in bomen. Werken, hangend aan
touwen, is zeer gevaarlijk en vordert speciale training. De ge-
bruiker moet geÔnstrueerd zijn in en bekend met het gebruik
van veiligheidsuitrusting en werk- en klimtechnieken. Gebruik
altijd valbescherming voor gebruiker en zaag.
Brandstof (Afb. 8)
WAARSCHUWING
○ Deze kettingzaag heeft een tweetaktmotor. Gebruik daarom
altijd mengsmering, oftewel benzine gemengd met olie. Zorg
voor een goede ventilatie wanneer u tankt of omgaat met
brandstof.
○ Brandstoff en zijn uiterst licht ontvlambaar en u kunt ernstig
persoonlijk letsel oplopen door de dampen in te ademen of
brandstof op lichaamsdelen te morsen. Wees altijd voorzichtig
en blijf goed opletten bij de omgang met brandstof. Zorg altijd
voor een goede ventilatie wanneer u brandstof binnen een
gebouw gebruikt.
Brandstof
○ Gebruik altijd 89 octaan loodvrije merkbenzine.
○ Gebruik echte tweetaktbrandstof of een benzine-oliemengsel
van 25:1 tot 50:1; raadpleeg voor de juiste verhouding de
verpakking van de tweetaktolie in kwestie of een offi cieel
HiKOKI servicecentrum.
○ Als er geen echte tweetaktbrandstof beschikbaar is, gebruik
dan een kwaliteitsolie die uitdrukkelijk geschikt is voor gebruik
in luchtgekoelde tweetaktmotoren (JASO FC GRADE OIL of ISO
EGC GRADE). Gebruik geen BIA of TCW (voor watergekoelde
tweetaktmotoren) mengolie.
○ Gebruik geen multigrade olie (10 W/30) of afgewerkte olie.
○ Meng de brandstof en de olie in een aparte, schone jerrycan.
Begin met de helft van de gewenste hoeveelheid benzine in de
jerrycan.
Voeg de tweetaktolie toe (alle benodigde olie voor de gewenste
hoeveelheid
brandstof).
(schudden). Voeg tenslotte de resterende hoeveelheid brandstof
toe.
Meng (schud) het brandstofmengsel nog eens goed voor u het in de
tank doet.
Tanken
WAARSCHUWING (Afb. 9)
○ Schakel altijd eerst de motor uit en laat hem een paar minuten
afkoelen voordat u brandstof bijvult.
○ Kom niet met rook, open vuur of vonken bij de plaats waar
brandstof wordt bijgevuld.
○ Maak de tank (13) voorzichtig open om eventueel onder druk
staande gassen te laten ontsnappen.
○ Draai na het tanken de dop van de brandstoftank weer goed op
de tank.
○ Ga minstens 3 m van de plek waar u getankt heeft vandaan voor
u de motor probeert te starten.
○ Was eventueel op uw kleding gemorste brandstof er onmiddellijk
uit met zeep of een wasmiddel.
○ Controleer of er ergens brandstof lekt na het tanken.
49
Meng
het
brandstof-oliemengsel
Maak voor u gaat tanken de tankdop en omstreken netjes schoon
zodat er geen vuil in de tank kan vallen. Zorg ervoor dat de brandstof
goed gemengd is door voor het tanken de jerrycan goed te schudden.
Kettingsmering (Afb. 9)
Maak de olietank (14) langzaam open en vul hem met kettingolie.
Gebruik altijd kettingsmering van goede kwaliteit. Wanneer de motor
loopt, wordt de ketting automatisch gesmeerd.
Vul de olietank (14) steeds met kettingolie als er brandstof wordt
bijgevuld.
OPMERKING
Wanneer u brandstof tankt (13) of het reservoir voor de
kettingsmering (14) vult, leg de machine dan op zijn kant, met de
vuldoppen boven. (Afb. 9)
De koude motor starten (Afb. 10-15)
LET OP
Controleer voor het starten of het zwaard/de ketting niets raakt.
1.
Zorg ervoor dat de kettingrem actief is. (Afb. 10)
2. Zet de contactschakelaar (15) aan (ON). (Afb. 11)
3. Druk ongeveer tien keer op het handpompje van het startgas
(16) zodat de benzine via het pompje in de carburateur stroomt.
(Afb. 12)
4. Draai de chokehendel (17) naar de chokestand. (Afb. 12).
Hierdoor wordt de gashendel automatisch in de startstand
vergrendeld.
5. Trek stevig aan de trekstarter en let erop dat u de handgreep
goed vast blijft houden en de trekstarter niet laat terugschieten.
(Afb. 13)
6. Als u hoort dat de motor aanslaat, kunt u de chokehendel
terugzetten naar de normale stand. (Afb. 12)
7.
Trek nog eens stevig aan de trekstarter op de hierboven
beschreven manier. (Afb. 13)
OPMERKING
Herhaal de stappen 4 t/m 7 als de motor niet start.
8. Zodra de motor start, de gastrekker aantrekken en direct
loslaten. (Afb. 14)
Daarna is halfgas vrijgegeven.
9.
Controleer of de kettingrem los is. (Afb. 15)
Laat de motor ongeveer 2-3 minuten opwarmen voor u hem
belast. Laat de motor niet met een hoge snelheid onbelast
draaien om de levensduur van de motor niet te verkorten.
Een warme motor starten
Gebruik alleen de stappen 1, 2, 7 en 9 van de startprocedure
voor een koude motor.Start de motor niet, gebruik dan dezelfde
startprocedure als bij een koude motor.
De kettingsmering testen
Controleer of de kettingolie goed verspreid is. Begint de
zaagketting te bewegen, wijs dan met de punt van de
geleidebalk naar een boomstomp o.i.d en trek aan de trekker
om de motor ongeveer 10 seconden op hoge snelheid te laten
draaien. Sproeit de olie over de boomstomp, dan is de olie goed
verspreid. (Afb. 16)
Werking kettingrem (Afb. 17)
De kettingrem (18) is ontworpen om in werking te treden in
noodgevallen, zoals bij een terugslag. Controleer of deze
voorziening goed werkt voor u de machine gaat gebruiken.
De rem wordt in werking gesteld door de voorste handbeschermer
naar het zwaard toe te bewegen. Wanneer de kettingrem in werking
is, zal ook als de gastrekker wordt ingedrukt het toerental niet hoger
worden en zal dus de ketting niet beginnen te lopen. Trek de voorste
handkap omhoog om de kettingrem los te laten.
De werking controleren:
1) Zet de motor uit.
2) Houd de kettingzaag horizontaal, laat de voorste handgreep
los zodat de punt van het zwaard op een boomstronk of ander
stuk hout terecht komt en controleer de werking van de rem. De
kracht die hiervoor nodig is hangt mede af van de lengte van het
zwaard.