Reinig de vonkenvanger (niet
bij de levering inbegrepen).
Vervang de bougie.
Reinig en vervang het lucht-
filterelement (alleen papierfil-
ter).
Controleer de klepstoterspe-
ling en stel deze af.
Reinig de brandstoftank en
het brandstoffilter.
Verwijder de branderresten
uit de branderkamer.
Controleer de brandstoflei-
ding. Vervang deze indien
nodig.
X: Geïmplementeerd door gebruikers
O: Geïmplementeerd door de klantenservice
A: Onderhoud vaker uitvoeren bij gebruik in stoffige ruimtes
Onderhoudswerkzaamheden
Oliepeil controleren
Instructie
Plaats de motor in een horizontale positie, en controleer
het oliepeil in gestopte toestand.
1. Zet de motorschakelaar uit.
2. Plaats het apparaat op een horizontaal oppervlak.
3. Neem de oliepeilstok eruit en wis deze schoon.
Afbeelding C
4. Steek (niet inschroeven) de oliepeilstok tot de aan-
slag in de olievulopening. Trek deze er dan weer uit.
Lees de waarde van het oliepeil af.
5. Bij laag oliepeil:
Vul olie (SAE 10 W30 of SAE 15 W40) bij tot de on-
derkant van de olievulopening.
(Voor de maximum bijvulhoeveelheid, zie hoofdstuk
Technische gegevens.)
6. Schroef de peilstok erin.
Olie verversen
Instructie
Ververs de olie als de motor warm is.
1. Neem de oliepeilstok eruit en wis deze schoon.
2. Draai de olieaftapschroef los en vang de afgetapte
olie op.
Afbeelding K
3. Plaats de olieaftapplug en draai deze vast.
4. Plaats het apparaat op een horizontaal oppervlak.
5. Vul olie (SAE 10 W30 of SAE 15 W40) bij tot de on-
derkant van de olievulopening.
(Voor de maximum bijvulhoeveelheid, zie hoofdstuk
Technische gegevens).
6. Schroef de peilstok erin.
Luchtfilter controleren
1. Draai de schroef van het luchtfilterhuis los.
2. Verwijder het luchtfilterhuis.
Afbeelding L
3. Reinig of vervang het vuile filterelement.
4. Vervang het beschadigde filterelement.
5. Monteer het luchtfilter weer.
6. Monteer de luchtfilterhuis weer.
Voor elk
Een keer na 1
gebruik
maand / een
keer na 20 uur
Nederlands
Elke 3 maan-
Elke 6 maan-
den / elke 50
den / elke
uur
100 uur
X
Reiniging van de bezinkselbeker
1. Sluit de brandstofkraan.
Afbeelding J
2. Schroef de bezinkselbeker los.
Afbeelding M
3. Verwijder de O-ring.
4. Reinig de bezinkselbeker en de O-ring met een niet-
ontvlambaar oplosmiddel en laat ze drogen.
5. Steek de O-ring in de brandstofkraan.
6. Schroef de bezinkselbeker erin en draai deze vast.
7. Open de brandstofkraan.
Afbeelding E
8. Controleer de bezinkselbeker op lekkage.
9. Vervang de O-ring in geval van lekkage.
Controle van de bougie
WAARSCHUWING
Onjuiste installatie van bougie
Veroorzaken oververhitting van de motor / beschadiging
van de motor en de schroefdraad in de cilinderkop
Draai de bougie niet te los of overdreven vast.
Neem de instructies voor het vastdraaien van de bougie
in acht.
1. Verwijder de bougiestekker.
Afbeelding N
2. Reinig de bougie en de omgeving ervan.
3. Draai de bougie los.
4. Vervang een bougie met versleten elektroden of ka-
potte isolatoren.
5. Controleer de afstand tussen de elektroden van de
bougie.
Zie voor meer informatie de contactgegevens in
hoofdstuk Technische gegevens.
Afbeelding O
6. Draai de bougie er voorzichtig met de hand in. Kan-
tel de draad niet.
7. Draai de bougie met de bougiesleutel tot aan de
aanslag, en draai hem als volgt vast:
a Draai gebruikte bougies vast met 1/8 - 1/4 om-
wenteling.
b Draai een nieuwe bougie een 1/2 slag vast.
8. Druk op de bougiestekker.
Jaarlijks / el-
Elke 2 jaar
ke 300 uur
X
X
A
O
O
O
O
27