3. Bedrading
Controleer of de bedrading niet onderhevig is aan slijtage, corrosie,
overmatige druk, trillingen, scherpe randen of andere effecten van
ongunstige omgevingen. Bij de controle moet ook rekening worden
gehouden met de effecten van veroudering of continue
trillingsbronnen zoals compressoren of ventilatoren.
4. Detectie van ontvlambare koudemiddelen
In geen geval mag een potentiële ontstekingsbron worden gebruikt
om een koudemiddellek te zoeken of op te sporen. Gebruik geen
halogeenlamp (of een andere detector met een open vlam).
De volgende detectiemethoden mogen worden gebruikt voor
koelsystemen:
• Elektronische lekdetectoren kunnen worden gebruikt om
koudemiddellekken op te sporen, maar in het geval van
ontvlambare koudemiddelen kan de gevoeligheid onvoldoende
zijn, of is herkalibratie nodig. (Detectieapparatuur moet opnieuw
worden gekalibreerd in een koudemiddelvrije ruimte). Zorg ervoor
dat de detector geen potentiële ontstekingsbron is en geschikt is
voor het gebruikte koudemiddel. Lekdetectieapparatuur moet
worden ingesteld op een percentage van de LEL (onderste
explosiegrens) van het koudemiddel en moet worden gekalibreerd
voor het gebruikte koudemiddel en het juiste percentage gas
(maximaal 25%), en worden bevestigd.
• Lekdetectievloeistoffen zijn ook geschikt voor gebruik met de
meeste koudemiddelen, maar het gebruik van chloorhoudende
detergenten moet worden vermeden omdat chloor met het
koudemiddel kan reageren en de koperen leidingen kan
aantasten.
OPMERKING: Voorbeelden van lekdetectievloeistoffen
• Methode met bellen
• Methode met fluorescerende stoffen
NL
69