Table des Matières
Publicité
• aérer la pièce en ouvrant portes et fenêtres
• fermer le dispositif d'interception du combustible ou du gaz
• faire intervenir promptement le Service Après-vente ou
bien le personnel qualifié.
Il est interdit de toucher la chaudière les pieds nus ou avec
des parties du corps mouillées.
Il est interdit d'entreprendre toute opération de nettoyage
avant d'avoir débranché la chaudière du réseau d'alimen-
tation électrique en positionnant l'interrupteur général de
l'installation sur "arrêt".
Il est interdit de modifier les dispositifs de sécurité ou de
réglage sans l'autorisation et les indications du construc-
teur.
Il est interdit de tirer, détacher, tordre les câbles électri-
ques sortant de la chaudière même si elle est déconnec-
tée du réseau d'alimentation électrique.
Il est interdit de boucher ou réduire les dimensions des ouver-
tures d'aération du lieu d'installation, si elles sont prévues.
Il est interdit de laisser récipients et substances inflammables
dans le lieu d'installation de la chaudière.
Il est interdit d'exposer la chaudière aux agents atmosphé-
riques. Elle n'a pas été conçue pour fonctionner à l'exté-
rieur et ne dispose pas de systèmes antigel suffisants.
Il est interdit de disperser, abandonner ou laisser à la portée
des enfants le matériel d'emballage (carton, agrafes, sachets
en plastique, etc.) afin d'éviter tout danger potentiel.
Il est interdit de boucher l'évacuation des condensats.
DESCRIPTION DE L'APPAREIL
RESIDENCE AR IS sont des chaudières murales à gaz à con-
densation spécifiques pour le chauffage d'installation à haute
température. Elles sont prevues tant électriquement que
hydrauliquement pour être connectées à un ballon; dans ce cas
les prestations de l'eau chaude sanitaire, en considerant la puis-
sance des chaudières, sont en fonction de la capacité du ballon.
Il s'agit de chaudières à gestion électronique, à allumage auto-
matique avec contrôle de flamme à ionisation.
Elles utilisent un échangeur condensant placé en aval du venti-
lateur pour récupérer la chaleur latente des fumées.
Elles ont une chambre de combustion étanche et, selon l'acces-
soire utilisé, elles sont classifiées dans les catégories: B22P;
B52P; C32S; C12-C12x; C32-C32x; C42-C42x; C52-C52x; C82-
C82x.
La commutation du régimes chauffage se fait par une vanne
électrique trois voies qui, en position de repos, se trouve en chauf-
fage.
Voici les caractéristiques des chaudières RESIDENCE AR:
- by-pass automatique afin de garantir un débit d'eau correct
dans l'échangeur
- gestion et contrôle à microprocesseur; auto-diagnostic affiché
au travers de led
- antiblocage dispositif de circulation et vanne trois voies
- antigel premier niveau
- prédisposition pour thermostat ambiant, programmateur ho-
raire ou vannes de zone
- afficheur digitale qui signale la température de fonctionnement
et les codes anomalies.
DISPOSITIFS DE SURETE
Les chaudières RESIDENCE AR sont munies des dispositifs de
sûreté suivants:
- soupape de sûreté et pressostat de l'eau: ils interviennent
en cas de pression hydraulique insuffisante ou excessive (max
3 bar-min 0,7 bar)
• de gastoevoer af te sluiten;
• de tussenkomst van bekwaam personeel te vragen
Het is verboden om blootsvoets of met natte lichaamsdelen
het toestel aan te raken.
Het is verboden werken aan de verwarmingsketel uit te
voeren zonder de voedingsspanning uit te schakelen via
de algemene schakelaar.
Het is verboden om wijzigingen aan te brengen aan de
veiligheidsinrichting en/of aan de regelapparatuur zonder
de expliciete toestemming van RIELLO.
Het is verboden aan de elektrische kabels, die uit het toestel
komen, te trekken, ze te torsen of los te maken, zelfs in-
dien de elektrische voeding afgesloten is.
Het
is
verboden
verluchtingsopeningen van de stookruimte te verkleinen of
te verstoppen indien deze zijn aangeracht.
Het is verboden ontvlambare producten achter te laten in
het lokaal waarin het toestel gemonteerd is.
Het is verboden het toestel in de buitenlucht te monteren.
Het is niet ontworpen om onder die klimatologische
omstandigheden te werken en is niet voorzien van het
daarvoor geschikte antivriessysteem.
Het is verboden het verpakkingsmateriaal (karton, nieten,
kunststofzakken, ...) te verscheuren, uit elkaar te halen of
achter te laten als speelgoed.
Het is verboden de evacuatieleidingen voor het condensaat
van de ketel af te sluiten of deze aflaat te verhinderen.
BESCHRIJVING VAN HET TOESTEL
RESIDENCE AR IS zijn condensatie-gaswandketels die
ontworpen zijn om te worden geplaatst op hoge
temperatuurkringen. Ze zijn zowel elektrisch als hydraulisch
voorzien om te worden aangesloten op een boiler; in dit geval
zijn de prestaties van het sanitair warm water, rekening houdend
met het vermogen van de ketel afhankelijk van de prestaties van
de boiler.
De ketels worden elektronisch aangestuurd, hebben een
elektronische ontsteking en worden op vlam gecontroleerd d.m.v.
ionsatie.
Er wordt gebruik gemaakt van een condensor die na de primaire
warmtewisselaar is geplaatst om de latente warmte uit de
rookgassen te halen.
Ze zijn voorzien van een gesloten verbrandingskamer en behoren
– afhankelijk van het gebruik van de nodige toebehoren – tot de
klassen: B22P; B52P; C32S; C12-C12x; C32-C32x; C42-C42x;
C52-C52x; C82-C82x.
De overschakeling tussen de regimes Centrale verwarming en
Sanitair, wordt uitgevoerd door middel van een elektrisch
driewegventiel, dat zich in rust in de stand Centrale Verwarming
bevindt.
Karakteristieken van RESIDENCE AR:
- automatische by-pass om een correct debiet door de primaire
warmtewisselaar te garanderen
- beheer en controle d.m.v. microprocessor; autodiagnose via
LED
- anti- blokkeerfunctie circulator en driewegventiel
- antivries 1
ste
niveau
- aansluimogelijkheid thermostaat of schakelklok
- digitale uitlezing temperaturen en storingscodes.
VEILIGHEIDSONDERDELEN
De ketels RESIDENCE AR zijn uitgerust met volgende
veiligheidsonderdelen:
- veiligheidsklep en drukschakelaar CV: deze komen tussen
ingeval de hydraulische druk te laag of te hoog is (max. 3 bar –
min. 0,7 bar)
de
afmetingen
van
de
5
Publicité
Table des Matières
