Nachtmodus
In de nachtstand wordt het weergavevenster donkerder en loopt het toestel op een lager geluidsniveau,
zodat het ideaal is voor gebruik terwijl u slaapt.
Als de nachtmodus aan staat (aangegeven door een verlicht half
maantje in de rechter onderhoek van het weergavevenster), wordt
het weergavevenster donkerder en gaat na 5 seconden helemaal uit.
Het symbool met de halve maan blijft verlicht.
Als het apparaat niet in de automatische modus staat, wordt de snelheid van de luchtstroom verlaagd naar niveau 4. Als de nachtmodus in
werking wordt gesteld, en indien deze reeds lager is dan niveau 4, blijft hij ongewijzigd. Men kan dit handmatig veranderen, indien gewenst.
Het weergavevenster wordt korte tijd verlicht en gaat dan uit, zoals voordien. In de automatische modus wordt de snelheid van de luchtstroom
automatisch verlaagd.
Oscilleren
Verspreide en geconcentreerde modus
92
Draaibeweging
Druk op de knop voor de
draaibeweging om deze
functie in te schakelen. Druk
nogmaals in om uit te schakelen.
Als de bedieningsknoppen
worden ingedrukt, draait het
apparaat niet.
Stand voor verspreide modus
Druk de knop voor brede
hoek in om te veranderen
van persoonlijke gerichte
luchtstroom naar een bredere
gerichte luchtstroom.
Verwarmings- en koelmodi
werken in deze modus.
5 secs
Instelling luchtstroomsnelheid
Instelling luchtstroomsnelheid
Druk op de knop voor de
luchtstroomsnelheid om de
snelheid van de luchtstroom
te veranderen. Het digitale
display toont de nieuwe
snelheid; na 3 seconden
schakelt het display weer over op
de doeltemperatuur.
Geconcentreerde modus
Druk de knop voor smalle hoek in
om te veranderen van een bredere
projectie van luchtstroom naar een
persoonlijke gerichte luchtstroom.
Verwarmings- en koelmodi
werken in deze modus.