OPMERKING!
Heeft u geen modus gekozen, dan laadt het systeem na enkele secon-
den automatisch de ActivSync®-Modus.
U kiest de gewenste modus uit:
11.1.2. Opslagmodus
In het opslagmodus kunt u uw navigatietoestel gebruiken als een wisselmedium
(bv. zoals een USB-stick). Er verschijnen twee wisselmedia op het systeem: het inter-
ne geheugen van het navigatiesysteem zelf en de (optionele) geheugenkaart, als
die in het toestel aanwezig is.
OPMERKING!
Zolang u zich in deze modus bevindt, kunt u op het toestel parallel geen
gegevens invoeren. Om verlies van gegevens te voorkomen, gebruikt u
de functie "hardware veilig verwijderen" van uw besturingssysteem. Nu
kunt u de kabel van uw navigatiesysteem verwijderen.
De assistent voor hardware-installatie herkent nu een nieuw toestel en installeert
de passende driver. Dit kan enkele minuten duren.
11.1.3. ActiveSync®-modus
Wanneer u de ActiveSync®-Modus heeft gekozen, herhaalt u het zoeken naar een
verbinding mocht dit in eerste instantie niet succesvol zijn geweest.
Volg vervolgens de aanwijzingen op het scherm. Het programma zal nu een associ-
atie tussen uw PC en het Navigatie systeem aanmaken.
OPMERKING!
Om met de GoPal Assistant te kunnen werken, moet het Navigatie sys-
teem bij het de eerste keer koppellen in ActiveSync®-Modus staan.
30 van 38