3. Kies hier de weergave On (Aan) of Off (Uit).
4. Bevestig met de toets en ga met de
Bellen
Gesprekken voeren
1. Voer via het toetsenbord het netnummer en telefoonnummer in of maak
gebruik van het telefoonboek van uw mobiele telefoon (zie paragraaf 'Ge-
bruik van het telefoonboek').
2. Een verkeerde invoer kunt u wissen met de
3. Druk tweemaal achterelkaar op de toets, om het nummer te kiezen.
4. Druk op de
Gebruik van het telefoonboek
Wanneer u in het telefoonboek contactpersonen (telefoonnummers met
namen) hebt opgeslagen, hebt u hier op de volgende manier toegang tot:
1. Roep het telefoonboek op, door met de
de toets Menu Phonebook (Telefoonboek) (toets 2) te kiezen.
2. Voer in het invoerveld de eerste letters in van de gezochte contactper-
soon (zie hoofdstuk 'Belangrijke functies', paragraaf 'Tekst invoeren'). De
display geeft de relevante telefoonboekgegevens aan.
3. Kies met de
4. Ga met behulp van de
Vervolgens wordt het telefoonnummer gebeld.
Oproepen ontvangen/beëindigen/weigeren
• Druk op de toets, om een inkomende oproep aan te nemen.
• Druk op de
Wanneer het telefoonnummer van de beller in het telefoonboek van
uw mobiele telefoon (zie hoofdstuk 'Telefoonboek', paragraaf 'Op-
slaan van telefoonboekgegevens') is opgeslagen, wordt behalve het
telefoonnummer van de beller ook de opgeslagen naam weergegeven.
toets, om het gesprek te beëindigen.
pijltoetsen het gezochte item en bevestig met de toets.
pijltoets naar Call (Bellen) en druk op de toets.
toets, wanneer u een oproep wilt weigeren of beëindigen.
toets terug naar het startscherm.
toets.
toets Names (Namen) of met
135