Het wisselen van zaagblad (Afb. 3)
I Pas op! Voor het wisselen van zaagblad
de stekker uit het stopcontact trekken.
Het apparaat neerzetten op de strips aan de mo-
torkant. Om de zaagspil tijdens het monteren en
demonteren van het zaagblad te blokkeren houd
u met één hand de drukknop voor de spilver-
grendeling 10 ingedrukt.
Demonteren van het zaagblad (Afb. 5)
De binnenzeskantsleutel voor het losdraaien van
de flensschroef bevindt zich onder de motoraf-
dekking. Met de instelhendel voor de zaagdiepte
1 stelt u het apparaat op de zaagdiepte 0 in. Draai
(tegen de klok in) met de binnenzeskantsleutel
19 de schroef 11 eruit en neem de spanflens 12
af (Afb. 3), klap de beschermkap 13 terug, houd
deze vast en verwijder het cirkelzaagblad.
Monteren van het zaagblad (Afb. 3/5)
Let nu bij het inzetten van het zaagblad op de
draairichting: de tanden en de pijl van het zaag-
blad moeten in dezelfde richting staan als de
pijl boven op de beschermkap. Steek vervol-
gens de spanflens 12 op en draai de schroef 11
vast. Controleer of de binnenste spanflens 7
goed zit en maak de oppervlakken vrij van hout-
spanen en ander vuil.
I Vergelijk de gegevens van het zaagblad
met die van het apparaat.
4. Stofafzuiging
De stofafzuiging vergemakkelijkt de afzuiging
van zaagsel, vermindert de verspreiding van
zaagsel in de omgeving en voorkomt sterke ver-
vuiling. Sluit de externe afzuiginrichting aan als
u gedurende lange tijd werkt of materiaal be-
werkt waarbij stof kan ontstaan dat gevaarlijk
is voor de gezondheid.
De afzuigadapter 15 mag alleen worden ge-
monteerd als er een externe afzuiging wordt
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5071327 / 000 / 00
gebruikt; anders kan de uitlaat verstopt ra-
ken, vooral bij het zagen van nat hout. De af-
zuigadapter van voren, met de opening in de
richting van het achterste deel van de machi-
ne, invoeren tot deze vastklikt. Pas wanneer de
verbinding merkbaar vastklikt zit de afzuigin-
richting goed vast.
I Neem de voorschriften ter voorkoming van
ongevallen in acht.
5. Werkinstructies
I Voor alle werkzaamheden aan het appa-
raat de stekker uit het stopcontact trekken.
Zagen volgens aftekening
Zet het voorste deel van de grondplaat op het
werkstuk, schakel de machine in en schuif de
handcirkelzaag gelijkmatig in de zaagrichting
vooruit.
De grondplaat heeft een aftekenindicatie voor
0 graden, 22,5 graden, 45 graden 4. De afte-
keningen komen overeen met de binnenkant
van het zaagblad.
Zagen met paralelle aanslag (Afb. 4)
Met de paralelle aanslag 5 kunnen exacte zaag-
sneden evenwijdig met eem kan van het werk-
stuk worden gemaakt resp. gelijkmatige stro-
ken worden gezaagd. Voor het verstellen van
de zaagbreedte draait u de klemschroeven 3
los en verschuift u de aanslag naar behoefte.
Draai vervolgens de klemschroeven 3 weer vast.
De parallelle aanslag kan aan beide kanten van
de grondplaat op dezelfde manier worden ge-
monteerd.
De omgedraaide parallelle aanslag (aanslagrand
omhoog) kan worden gebruikt als verbreding
van de grondplaat.
Instelling van de zaagdiepte
Door het verstellen van de instelhendel voor de
zaagdiepte 1 kan de zaagdiepte naar wens wor-
den ingesteld. Gebruik daarvoor de maatver-
deling voor de zaagdiepte 22. Voor en na het
verstellen van de zaagdiepte moet de vergren-
deling 23 worden losgemaakt resp. worden ge-
fixeerd.
Om een optimale kwaliteit van de zaagrand te
verkrijgen moet de zaagdiepte minstens 2 mm
meer bedragen dan de te zagen materiaaldikte.
Instelling van de zaaghoek (Afb. 1)
Draai de klemschroef 2 voor het instellen van de
zaaghoek los en draai tot de gewenste zaag-
hoek op de schaalverdeling voor de zaagdiep-
te 21 bereikt is. Draai de klemschroef 2 nu weer
vast. Maak voor het terugdraaien naar de uit-
gangspositie de grondplaat in het draaigebied
vrij van zaagspanen en ander vuil.
Induiken(Afb. 2)
Teken de te zagen uitsnede op het werkstuk af.
Stel de handcirkelzaag op snijddiepte 0 in; klem
de hoogteverstelling niet fast. Zet de handcir-
kelzaag op het werkstuk en breng de achterste
markering op de grondplaat exact in lijn met de
aftekening. Om het gevaar van terugslag te ver-
kleinen brengt u een strip resp. aanslag aan
de achterkant van de grondplaat aan. Verbind
deze aanslag vast met het werkstuk. Druk de
handcirkelzaag nu tegen de ondergrond en de
aanslag aan de achterkant. Schakel het appa-
raat in en laat de instelhendel voor de zaagdiepte
1 met gevoel tot de gewenste duikdiepte zak-
ken. Zaag tot de voorste markering op de grond-
plaat overeenkomt met de aftekening. Schakel
het apparaat uit en til het pas uit de zaagsnede
wanneer het zaagblad stilstaat.
Aanwijzing: induiksneden kunnen in alle hoek-
instellingen worden uitgevoerd.
6. Onderhoud/
schoonhouden/ service
I Trek voor alle werkzaamheden aan het ap-
paraat de stekker uit het stopcontact.
I Houd het apparaat en de ventilatiesleuven
20 altijd schoon.
Ontdoe de zaagbladen regelmatig van hars,
want schoon gereedschap verbetert het werk-
resultaat. Het ontharsen gebeurt door de zaag-
bladen 24 uur in petroleum of een in de handel
verkrijgbaar ontharsingsmiddel te leggen.
Indien de diepte-instelling zich stroef laat
verstellen, dan dienen de geleiders direct
met vet te worden ingesmeerd.
I Het apparaat is in de fabriek voldoende met
vet gevuld. Bij zwaar gebruik gedurende lange
tijd is een inspectie door Hilti aan te bevelen.
Dat verlengt de levensduur van het apparaat en
voorkomt onnodige reparatiekosten.
I Reparaties aan het elektrische gedeelte mo-
gen alleen door elektrotechnisch geschoolde
personen worden uitgevoerd.
29