In- En Uitschakelen Van De Laser; Instellen Van De Verstekhoek; Instellen Van De Pendelslag; Insteeksneden - Deltafox DP - CJS 2025 Traduction De La Notice D'utilisation Originale

1. Om het apparaat te starten,
houdt u de veiligheidsscha-
kelaar (1) ingedrukt en bedient
u de aan/uit-schakelaar (2).
2. Om het apparaat te stoppen, laat
u de aan/uit-schakelaar (2) los.

In- en uitschakelen van de laser

Druk op de laser-/werklichtschakelaar
(17) om de laser in of uit te schakelen. De
schakelaar voor laser/werklicht (17) scha-
kelt ook de LED-werklamp in of uit.

Instellen van de verstekhoek

1. Draai de schroef (27) met de
zeskantsleutel (21) los.
2. Stel de bodemplaat (11) in op
de gewenste positie (0°- 45°).
Er zijn 4 stappen van 15 gra-
den aan beide zijden instelbaar
(0/15/30 en 45 graden).
Zorg ervoor dat de inkepingen
aan de fixeringen (9) in de gelei-
ding (28) passen.
3. Draai de schroef (27) vast met de
zeskantsleutel (21). De inbussleu-
tel (21) kan op de machine wor-
den bewaard, zoals aangegeven
in de afbeelding.

Instellen van de pendelslag

Met de pendelslagschakelaar (8)
kunt u de pendelbeweging van het
zaagblad instellen. Voor de pen-
delslagschakelaar (8) zijn er
4 posities:
0 - Geen slag
1 - Geringe slag
2 - Middelgrote slag
3 - Grote slag
De optimale slag kan worden bepaald
door praktische proeven, waarbij de vol-
gende aanbevelingen gelden:
• Fijne en gave zaagranden bereikt u
met een geringe of geen pendelbewe-
ging (stand 1 of 0).
• Voor dun, hard materiaal (bijv. staal) en
voor het zagen van een bocht evene-
ens stand 0 gebruiken.
• Zacht materiaal (hout, plastic etc.):
Pendelbeweging op stand II of III zet-
ten.
Met geactiveerde pendelslag bereikt
u een toenemend sneller verlopend
arbeidsproces.

Insteeksneden

Insteekzaagsneden mogen alleen in zach-
te materialen zoals hout, poriënbeton of
gipskarton worden uitgevoerd. Dit vereist
echter enige oefening en is alleen mogeli-
jk met korte zaagbladen.
Insteekzaagsneden zijn alleen toegestaan
als de verstekhoek 0° bedraagt.
1. Plaats de zaag op het werkstuk
en schakel deze in.
2. Zorg ervoor dat de onderrand
van de bodemplaat op het
werkstukoppervlak rust, zoals
weergegeven in afb.
3. Zaag langzaam schuin in het
werkstuk, breng de zaag vervol-
gens in verticale positie en zaag
dan verder langs de zaaglijn.
4. Schakel de zaag uit en til die na
afloop van de werkzaamheden
van het werkstuk.
nL
.
41