nl - 9
INSTALLATIEHANDLEIDING
7
Opslag en transport
Het toestel dient steeds te worden opge-
slagen in de originele verpakking van de
fabrikant. Alle op de buitenzijde van deze
verpakking gegeven aanwijzingen moeten
worden opgevolgd. De opslagruimte moet
droog zijn en zo danig zijn ingericht dat
beschadigingen aan de verpakking worden
voor komen. Tijdens het transport moet de
originele verpakking intact blijven om het
toestel te beschermen. Zet de doos zodanig
in het vervoermiddel dat de doos niet kan
verschuiven. Houd het toestel zo lang
mogelijk in de verpakking totdat u de plaats
van montage heeft bereikt.
7.1
Inhoud van de verpakking
Het volgende treft u aan in de verpakking:
- Boiler
- Handleiding
7.2
Verpakking en het milieu
Om het milieu te sparen moet u:
afzonderlijk bij een plaatselijk verza-
melpunt in leveren t.b.v. hergebruik.
resten bij het reguliere afval voegen.
8
Technische specificaties
Voor technische specificaties van deze
boiler verwijzen wij u naar:
- de typeplaat (fig. 1)
- de maatschets (fig. 4)
Inhoud
Stilstandsverlies
Gewicht leeg
Gewicht vol
Fig. 4
Maatschets
20
L
28
W
8,9
kg
28,9
kg
Q20
9
Installatievoorbereiding
9.1
Plaatselijke installatievoorschriften
Bij het installeren van de boiler dient
u de ter plaatse geldende installatie-
voorschriften van o.m. elektriciteits- en
waterleidingbedrijf in acht te nemen.
9.2
Installatievoorwaarden
Bepaal aan de hand van de afmetingen
van het toestel (fig. 4) de plaats waar de
boiler opgesteld gaat worden. Houd daar-
bij rekening met de volgende punten:
- Boiler, inlaatcombinatie, water- en af-
voerleidingen bevinden zich in een
vorstvrije ruimte;
- De ondergrond is vlak en kan het ge-
wicht van de boiler met inhoud dragen;
- Rond het toestel is voldoende ruimte
voor service en onderhoud.
9.3
Aansluitvoorwaarden
- Elektrische aansluitingen zijn aanwezig
of kunnen worden aangelegd.
- Voor de voeding wordt gebruik ge-
maakt van een wandcontactdoos met
randaarde.
- Waterleidingen zijn aanwezig of kun-
nen worden aangelegd.
- Tussen de inlaatcombinatie en de boiler
wordt nooit een afsluiter geplaatst.
- Een vorstvrije afvoerleiding is aanwezig
of kan worden aangelegd.
- Direct na de ontlastklep wordt een open
trechter in de afvoerleiding opgenomen.
- Het expansiewater uit de ontlastklep
wordt via de afvoerleiding onder gelijk-
matig afschot naar bad, gootsteen of
riool afgevoerd.
9.4
Te gebruiken toebehoren
(niet meegeleverd)
Systeem onder druk*
- Een inlaatcombinatie met ontlastklep
waarvan de openingsdruk gelijk aan of
lager dan de werkdruk van de boiler en
tenminste 100 kPa (1 bar) hoger dan de
waterleidingdruk is
- Een reduceerventiel indien de waterlei-
dingdruk hoger is dan de sluitdruk van
de ontlastklep.
- Een sifon indien de afvoerleiding
rechtstreeks op het riool wordt aange-
sloten.
- 2 Flexibele waterslangen.
Drukloos systeem*
- Een drukloze mengkraan.
* Complete aansluitsets zijn te bestellen
bij Inventum bv.
NEDERLANDS
12054-1