AANWIJZINGEN VOOR VEILIG VLIEGEN
ALGEMENE VLIEGTIPS:
• Zet het model altijd op een vlakke
ondergrond. Een schuin vlak kan het
startgedrag van het model onder bepaalde
omstandigheden negatief beïnvloeden.
• Beweeg de regelaars altijd langzaam en
met gevoel.
• Houd het model altijd in het oog, kijk niet
naar de zender!
• Beweeg de liftkrachtregelaar weer een
beetje naar beneden zodra het model
loskomt van de grond. Pas de stand van
de liftkrachtregelaar aan om de vlieghoog-
te te handhaven.
• Beweeg de liftkrachtregelaar iets naar
boven als het model teveel daalt.
• Beweeg de liftkrachtregelaar weer iets
naar beneden als het model teveel stijgt.
ACCUTOESTAND:
• Wanneer de accu leeg begint te raken, gaan de led's op het model knipperen.
Land onmiddellijk om te voorkomen dat de quadrocopter neerstort.
LET OP!
Het is sinds 2005 verplicht verzekerd te zijn voor modelvliegtuigen en -helikopters
waarmee buiten gevlogen wordt. Neem contact op met uw aansprakelijkheidsverze-
keraar en verzeker u ervan, dat uw nieuwe en vorige modellen door deze verzekering
worden gedekt. Laat een schriftelijke bevestiging opmaken en bewaar deze goed.
Als alternatief biedt de Deutsche Modellflieger Verband (DMFV, Duitse modelvliegers-
vereniging) op internet onder www.dmfv.aero een gratis proeflidmaatschap inclusief
verzekering aan.
44
• Het is vaak al genoeg om de richtingsre-
gelaar een heel klein beetje in de
gewenste richting te tikken om een
bocht te maken. De eerste keren dat
met het model wordt gevlogen, heeft
men meestal de neiging de regelaars te
heftig te bedienen. Beweeg de rege-
laars altijd langzaam en voorzichtig, in
geen geval snel en schokkerig.
• Beginners kunnen na het afstellen van
de trim het best eerst de beheersing
van de liftkrachtregelaar oefenen.
Het model hoeft aanvankelijk niet per
se rechtuit te vliegen. Het is beter om
eerst te proberen een constante hoogte
van ongeveer een meter boven de
grond te handhaven door de liftkrachtre-
gelaar steeds kortstondig aan te raken.
Oefen daarna pas met het naar links en
rechts sturen van het model.
PROBLEEMOPLOSSING
Probleem:
De motoren starten niet.
Oplossing:
Het model moet het signaal van ten minste zes satellieten ontvangen
voordat de motoren worden gestart.
Probleem:
Het model stopt zonder zichtbare oorzaak tijdens de vlucht en
verliest hoogte.
Oorzaak:
De accu is te zwak.
Oplossing:
Laad de accu op.
Probleem:
Het model draait alleen nog om zijn hoogteas of slaat bij het
starten over de kop.
Oorzaak:
Verkeerde volgorde van de propellers.
Oplossing:
Propellers monteren als in de handleiding is beschreven (zie punt 13).
Probleem:
Het model kan niet worden bestuurd met de zender.
Oorzaak:
Het model en de zender zijn niet gekoppeld.
Oplossing:
Koppel het model en de zender zoals beschreven onder punt 8.
Meer tips en trucs vindt u op www.revell-control.de.
SERVICEAANWIJZINGEN
Op www.revell-control.de vindt u bestelmogelijkheden
en vervangingstips voor reserveonderdelen,
alsmede andere nuttige informatie over alle
modellen van Revell Control.
www.revell-control.de
45