de vermelde waarden, afhankelijk van de manier
waarop het wordt gebruikt, en met name van wat
voor soort werkstuk wordt bewerkt.
Beperk de geluidsontwikkeling en vibratie tot
een minimum!
•
Gebruik enkel intacte toestellen.
•
Onderhoud en reinig het toestel regelmatig.
•
Pas uw manier van werken aan het toestel
aan.
•
Overbelast het toestel niet.
•
Laat het toestel indien nodig nazien.
•
Schakel het toestel uit als het niet wordt ge-
bruikt.
•
Draag handschoenen.
Voorzichtig!
Restrisico's
Er blijven altijd restrisico's over ook al wordt
dit elektrisch gereedschap naar behoren be-
diend. Volgende gevaren kunnen zich voordo-
en in verband met de bouwwijze en uitvoe-
ring van dit elektrisch gereedschap:
1. Longletsels indien geen gepaste stofmasker
wordt gedragen.
2. Gehoorschade indien geen gepaste gehoor-
beschermer wordt gedragen.
3. Schade aan de gezondheid die voortvloeit
uit hand-arm-trillingen indien het toestel lang
zonder onderbreking wordt gebruikt of niet
naar behoren wordt gehanteerd en onder-
houden.
5. Vóór inbedrijfstelling
5.1 Montage van de machine (afb. 3-8)
•
Leg de bodemplaat (1) klaar.
•
Bevestig de kolom (2) met flens met de mee-
geleverde schroeven (3) (afb. 3).
•
Schuif de boortafel (4) van boven op de ko-
lom (afb. 4). De boortafel wordt met de span-
schroef (5) gefixeerd op de gewenste hoogte.
•
Ten slotte zet u de complete machinekop (6)
op de kolom.
Aanwijzing: Wanneer dit mogelijk is, til de
machinekop dan met zijn tweeën op de ko-
lom.
•
Richt de machinekop verticaal uit met de
bodemplaat en borg de voorgemonteerde
schroef a met behulp van de meegeleverde
binnenzeskantsleutel (30) (afb. 5).
•
De 3 meegeleverde grepen (9) schroeft u in
de greephouder (afb. 6).
Anl_TC_BD_500_SPK13.indb 64
Anl_TC_BD_500_SPK13.indb 64
NL
•
Schroef de spanhefboom (17) vast zoals
voorgesteld in afbeelding 7.
•
Vóór montage van de boorhouder (10) met
de adapter (24) beide delen controleren op
zuiverheid. Vervolgens de boorhouder met
een krachtige ruk op de adapter steken en
controleren of deze goed vast zit (afb. 8).
5.2 Opstellen van de machine
Vóór de inbedrijfstelling moet de boormachine
stationair op een vaste ondergrond worden
gemonteerd. Gebruik daarvoor de bevestigings-
boringen (12) in de bodemplaat. Zorg ervoor dat
de machine vrij toegankelijk is voor het bedrijf en
voor instel- en onderhoudswerkzaamheden
Aanwijzing: De bevestigingsschroeven mo-
gen maar zo vast worden aangedraaid, dat de
grondplaat niet gespannen of vervormd wordt. Bij
overmatige belasting bestaat het gevaar van een
breuk.
5.3 Klapbare spaanbescherming (afb. 9-12)
•
Vóór de montage van de spaanbescherming
(13) moet de boortafel (4) in de onderste
positie worden gebracht (zie punt 6.7 Hoogte
van de boortafel instellen).
•
Demonteer van de bevestigingslijst (23) de
aanslagschroef (20) en de aanslagschijf b
(afb. 9).
•
Schuif de bevestigingslijst in de houder voor
de spaanbescherming (21) (afb. 10).
Aanwijzing: Als de bevestigingslijst in de
houder wordt geschoven, moet de fi xeer-
schroef voor de spaanbescherming (22) zo-
als voorgesteld in afbeelding 12 naar voor zijn
uitgericht. Alleen dan kan de spaanbescher-
ming in gemonteerde toestand helemaal wor-
den gesloten.
•
Monteer nu weer de aanslagschroef met de
aanslagschijf b aan de bevestigingslijst (afb.
11).
•
De hoogte van de spaanbescherming kan
traploos ingesteld en met de schroef (22) ge-
fixeerd worden (afb. 12).
•
Om de boor te wisselen moet de spaanbe-
scherming opzij worden geklapt.
5.4 Vóór inbedrijfstelling in acht nemen
Let erop dat de spanning van de netaansluiting
overeenstemt met die vermeld op het typeplaatje.
Sluit de machine alleen aan op een contact-
doos met zoals voorgeschreven geïnstalleerd
aardingscontact. De boormachine is uitgerust
met een nulspanning-activering, die de bediener
- 64 -
16.12.2020 10:05:10
16.12.2020 10:05:10