Gebruikersinstructies - Gloria WEEDBRUSH Mode D'emploi

Bij het gebruik van een kabelhaspel
moet u de kabel volledig uitrollen.
De kabeldiameter van de gebruikte
kabel moet minstens 1,5 mm
Stel vervolgens de in 5 standen ver-
6
grendelbare beschermkap (L) in zodat
de rubberen omranding net boven de
vloer ligt.
Sluit het apparaat met de verleng
7
kabel aan op een stopcontact (230 V
wisselstroom).
LET OP! VERWONDINGSGEVAAR
DOOR ROTEREND BORSTEL-
GEREEDSCHAP!
Start het apparaat nooit in gekantel-
de positie!
Start of activeer het apparaat niet
wanneer er zich derden in het geva-
rengebied bevinden.
Houd handen en voeten uit de
buurt van het roterende borstel-
gereedschap!
Gebruik het borstelgereedschap
nooit wanneer er personen, vooral
kinderen of dieren in de buurt zijn!
Gebruik het apparaat nooit in de
regen.
Plaats het apparaat parallel met geleide-
8
wiel en voegenborstel op de te bewer-
ken voegen. Houd het apparaat in de
werkhoek en kijk of de rubberen omran-
ding van de beschermkap (L) zoals afge-
beeld net boven de vloer ligt.
6
Vergewis u ervan dat het te reinigen
oppervlak vrij is van voorwerpen zoals
stenen, schroeven enz. die omhoog
kunnen worden geslingerd.
Houd het apparaat goed vast aan het
9
handvat (A) en de extra handgreep (E),
en schakel het apparaat in door de aan-
/uit-veiligheidsknop (D) in het handvat
(A) in te drukken en ingedrukt te houden.
Laat de aan-/uit-veiligheidsknop (D)
onmiddellijk los bij werkonderbrekin-
gen of gevaar.
bedragen.
2

6.2 Gebruikersinstructies

42
AANWIJZING!
Om de beschermkap (L) in te stellen
draait u de in 5 standen vergrendelbare
beschermkap naar de afgebeelde
stand .
6
Richt de voegenborstel centraal op de
voegen, ga met een gelijkmatig loop-
tempo te werk en schuif het apparaat
voor u uit. Pas uw werktempo aan de
vervuilingsgraad aan.
Werk altijd langs de voegen en houd
het apparaat uit de buurt van uw
lichaam.
Bij hardnekkig vuil kunt u het apparaat
voor- en achterwaarts bewegen (zoals
een bezem) tot u het gewenste resul-
taat heeft bereikt.
LET OP! VERWONDINGSGEVAAR
DOOR NALOPEND BORSTEL-
GEREEDSCHAP!
Til een ingeschakeld apparaat niet
van de vloer. Hierdoor ontstaat
intrekgevaar!
Verwijder met het apparaat geen nat
onkruid.
Reinig nooit houten oppervlakken of
terrassen met de voegenborstel.
Reinig alleen onbeschadigde voegen.
Beschadigde of gescheurde voegen
mogen niet met het apparaat worden
gereinigd.
Veeg na reiniging grondig de gerei-
nigde oppervlakken.
Versleten borstels of uitgerafelde
draadborstels moeten tijdig worden
vervangen. Om beschadiging van het
apparaat te voorkomen moet de voe-
genborstel bij een diameter < 90 mm
onmiddellijk worden vervangen.