NEDERLANDS
niet wilt gebruiken, kunt u deze van het gereedschap
afhalen.
U kunt de riemhaak of de bithouder verplaatsen
door de schroef (h) die de riemhaak op z'n plaats
houdt, te verwijderen en aan andere zijde weer
te monteren. Let erop dat de schroef stevig is
vastgedraaid.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd
aan de veiligheidsinstructies en van
toepassing zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig letsel te verkleinen, dient u
het gereedschap uit te schakelen en
de accuset te verwijderen voordat u
hulpstukken of accessoires aan- of
afkoppelt. Een toevallige activering kan
letsel toebrengen.
Juiste positie van de handen (afb. 3)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
dient u ALTIJD de handen in de juiste
positie te hebben, zoals afgebeeld.
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotseling reactie.
De juiste positie van de handen is wanneer de ene
hand zich bovenaan de boor bevindt (m) zoals
afgebeeld, terwijl de andere hand de hoofdgreep (n)
vast houdt.
Boorbediening (afb. 1, 4)
WAARSCHUWING: Om het risico op
letsel te verkleinen, dient u ALTIJD
ervoor te zorgen dat het werkstuk
verankerd is of goed is vastgezet. Als u
door dun materiaal boort, gebruikt u een
houten "reserveblokkering" om schade
aan het materiaal te voorkomen.
1. Draai de kraag (afb. 4, c) naar het symbool van
de hamer nog veel plezier.
2. Kies het gewenste snelheid/torsie bereik met
de versnellingswisselaar (afb. 1, d) zodat de
snelheid en torsie aan de geplande actie
voldoen.
3. Voor HOUT gebruikt u spiraalboren, steekboren,
grondboren of zaagboren. Voor METAAL
gebruikt u hoge snelheid spiraalboren of
102
zaagboren. Gebruik een smeermiddel als u
metaal boort. De uitzonderingen hierop zijn
gietijzer en koper, die droog dienen te worden
geboord.
4. Pas altijd druk toe in een rechte lijn met het
boortje. Gebruik genoeg druk om te blijven
boren, maar druk niet zo hard dat de motor
vastloopt of het boortje eruitvliegt.
5. Houd het gereedschap stevig met beide
handen vast om tegengewicht te bieden aan de
draaiende beweging van de boor. Als het model
niet is uitgerust met een zijhandvat, pak dan de
boor met één hand op het handvat en één hand
op de accuset.
VOORZICHTIG: Boor kan vastlopen
als deze te zwaar belast is zodat hij
plotseling uit uw handen kan draaien.
Verwacht altijd dat de motor kan
vastlopen. Pak de boor stevig vast
om tegengewicht te bieden aan de
draaiende beweging en om letsel te
voorkomen.
6. ALS DE BOOR IS VASTGELOPEN, wordt
dit meestal veroorzaakt doordat hij te zwaar
belast is of door onjuist gebruik. LAAT DE
DRUKSCHAKELAAR ONMIDDELLIJK LOS,
verwijder het boortje uit het werkstuk en stel
de reden van het vastlopen vast. KLIK DE
DRUKSCHAKELAAR NIET AAN EN UIT
IN EEN POGING OM DE VASTGELOPEN
BOOR WEER TE STARTEN — HIERMEE
KAN SCHADE AAN DE BOOR WORDEN
TOEGEBRACHT.
7. Om het vastlopen te minimaliseren of om niet
door het materiaal heen te breken, vermindert u
de druk op de boor en haalt u het boortje door
het laatst aangeboorde deel van het gat terug.
8. Laat de motor lopen terwijl u het boortje uit een
boorgat haalt. Hierdoor loopt het niet vast.
9. Met variabele snelheidsboren is het niet nodig
om een gat te maken waar er moet worden
geboord. Gebruik een lage snelheid om het
gat aan te boren en versnel dit door harder op
de drukschakelaar te drukken als het gat diep
genoeg is om te boren zonder dat het boortje
eruit glipt.
Hamerboorbediening (alleen DCD737
en DCD795) (afb. 1, 5)
1. Zet de kraag (c) op het hamerboorsymbool.
2. Selecteer de hoge snelheid (2) instelling door
de versnellingswissel (d) naar achter te schuiven
(weg van de bithouder).