Alle functies en instellingen worden
via het bedieningsgedeelte opgeroe-
pen.
Bij het eerste gebruik kun-
nen ongewone geuren afge-
geven worden. Deze zijn
onschadelijk en nemen met
de tijd af.
Gebruik
bedieningsgedeelte
10
7 LEDs:
De rechter rij leds geeft de ver-
warmingsfunctie voor het
bovenlichaam weer.
De linker rij leds geeft de ver-
warmingsfunctie voor het
onderbeen-/voetgedeelte
weer.
Als beide rijen leds branden,
zijn de verwarmingsfuncties
voor het bovenlichaam en het
onderbeen-/voetgedeelte
actief.
Het aantal brandende leds
geeft het geselecteerde ver-
warmingsniveau aan (van
onderen gezien):
7
1 LED = ca. 35 °C of. ca. 40 °C,
2 LED = ca. 45 °C of. ca. 50 °C
3 LED = ca. 55 °C of. ca. 60 °C
8 Temperatuurtoets TEMP
9 Aan-uitknop ON/OFF
8
Inschakelen
Druk op de aan-uitknop ON/OFF
om de onderdeken in te schakelen.
9
De twee onderste lampjes bran-
den. De verwarmingsfunctie voor
het bovenlichaam en het onder-
been-/voetgedeelte staat inge-
schakeld op de laagste stand
(standaardinstelling).
Verwarmingsniveau en
verwarmingszones
instellen
Werkingsprincipe
In principe geldt bij het indrukken van
de toets TEMP het volgende