10. Setup – sensoren
a) Batterij plaatsen
Algemene opmerkingen
• Als er een isolatiestrip zichtbaar is na het uitpakken van de
sensoren, trekt u de strip eruit om de batterijen te activeren. In
dit geval hoeft u geen batterijen te plaatsen.
• AA/AAA-batterijen: Houd bij het plaatsen van de batterijen
rekening met de polariteitsaanduidingen in het batterijvak,
indien beschikbaar.
Knoopcellen: Zorg ervoor dat de (+) pool naar boven wijst
wanneer u de knoopcel plaatst.
• Als een sensor niet meer reageert, dient u de batterijen te
vervangen.
Smart knop
1
108
2
3