Het personeel moet geïnstrueerd zijn over de gebruikte
inrichtingen en de werking ervan.
Pas op!
De machine mag niet worden gebruikt als de veilig-
heids- en bewakingscontroles tegen de voorschrif-
ten in zijn verwijderd, beschadigd en/of niet functi-
oneren!
2.8. Vloeistoffen
Elke vloeistof onderscheidt zich door samenstelling,
agressiviteit, abrasiviteit en vele andere aspecten. In het
algemeen kunnen onze installaties in veel bereiken wor-
den ingezet Meer informatie hierover is te vinden in het
gegevensblad van de pomp Daarbij moet er rekening mee
worden gehouden dat veel parameters van de installatie
kunnen veranderen door een wijziging in de dichtheid, vis-
cositeit of samenstelling in het algemeen.
Ook zijn voor de verschillende vloeistoffen verschillende
materialen en waaiervarianten nodig. Hoe nauwkeuriger
de informatie bij uw bestelling, des te beter hebben wij
onze installatie aan uw eisen kunnen aanpassen. Wanneer
zich wijzigingen voordoen in het toepassingsgebied en/of
de vloeistof, bieden wij u graag ondersteunend advies.
Bij een wissel van de installatie naar een andere vloeistof
moet op het volgende worden gelet:
•
Installaties die in vuil- en/of afvalwater zijn gebruikt,
moeten vóór toepassing in schoon water grondig
worden gereinigd.
•
Installaties die vloeistoffen met een gezondheidsrisi-
co hebben gepompt, moeten vóór een mediumwij-
ziging in het doorgaans worden gedecontamineerd.
Bovendien moet worden nagegaan of deze installatie
nog wel in een andere vloeistof mag worden toege-
past.
•
Bij installaties die worden gebruikt met een smeer- of
koelmiddel (bijv. olie), kan dit bij een defecte glijringaf-
dichting in de vloeistof terechtkomen.
Gevaar door explosieve vloeistoffen!
Het verpompen van explosieve vloeistoffen (bijv.
benzine, kerosine, etc.) is ten strengste verboden.
De producten zijn niet ontworpen voor deze vloei-
stoffen!
2.9. Geluidsdruk
De installatie heeft, naargelang afmeting en vermogen
(kW) tijdens het bedrijf een geluidsdruk van ca. 40 dB (A)
tot 70 dB (A). De werkelijke geluidsdruk is echter afhan-
kelijk van meer factoren. Dat zijn bijv. installatie- en op-
stellingswijze, bevestiging van toebehoren, persleiding,
werkpunt, dompeldiepte, etc.
3. Algemene beschrijving
3.1. Toepassing
De pompen zijn geschikt voor het verpompen van vuilwa-
ter,regenwater of grondwater met vaste bestanddelen
tot en met 10 mm. De pompen H16 is geschikt voor het
verpompen van vloeistoffen met sterk abrasieve bestand-
delen (bijv.zand, grind, stenen). Bij chemisch agressieve
bestanddelen in de vloeistof moet altijd de bestendigheid
van de gebruikte materialen worden gecontroleerd.
Toepassing in slurpbedrijf is niet toegestaan. Het minimale
niveau van de vloeistof moet naargelang opstellings-wijze
en motorkoeling altijd boven de bovenrand van het pomp-
huis liggen.
De temperatuur van de vloeistof mag maximaal 40°C
bedragen, gedurende korte tijd maximaal 60°C. De maxi-
male dichtheid van de vloeistof ligt bij 1040 kg/m³ en de
pH-waarde mag 6 - 8 bedragen.De pH-waarde alleen dient
enkel alleen als leidraad. In elk geval moet met de samen-
stelling van het medium de duurzaamheid van de pomp bij
de fabrikant aangevraagd worden.
3.2. Toepassingswijzen
De motor is voor de bedrijfswijze "S1" (continu bedrijf)
en "S3" (intermitterend bedrijf) ontworpen. Raadpleeg de
exacte gegevens in de tabel in hoofdstuk 3.3.2 Motor.
nEDlErlanDS | 53