Overzicht voor het instellen van de draadspanning, één naald (drie draden)
A: Achterkant
B: Goede kant
C: Naalddraad
D: Draad van bovenste grijper
E: Draad van onderste grijper
C
A
B
C
E
A
D
B
E
A
D
B
E
A
D
B
E
A
D
B
48
Naalddraad is te
los.
Naalddraad is te
strak.
Bovenste
grijperdraad is te
strak.
Onderste
grijperdraad is te
los.
Bovenste
grijperdraad is te
los.
Onderste
grijperdraad is te
strak.
Bovenste
grijperdraad is te
los.
Onderste
grijperdraad is te
los.
Zet naalddraad
strakker.
(geel of roze)
Zet naalddraad
losser.
(geel of roze)
Zet bovenste
grijperdraad
losser (groen)
Zet onderste
grijperdraad
strakker (blauw)
Zet bovenste
grijperdraad
strakker (groen).
Zet onderste
grijperdraad
losser (blauw).
Ga bij het afstellen van de
draadspanning als volgt te
werk:
(1) Naalddraad
(2) Bovenste grijperdraad
(3) Onderste grijperdraad
Dit is de beste manier om
Zet bovenste
de juiste draadspanning te
grijperdraad
verkrijgen.
strakker (groen)
Zet onderste
grijperdraad
strakker (blauw)