F
GB
D
E
I
BEDIENING
Sluit het netsnoer van de grastrimmer altijd aan op
■
een verlengsnoer dat geschikt is voor gebruik
buitenshuis. Lees de veiligheidsvoorschriften in de
sectie "Elektrische veiligheid" van deze handleiding.
De spanningsverklikker (7) gaat branden (blauw
■
lampje) zodra de grastrimmer op de stroom is
aangesloten.
Plaats de schouderriem (10) over uw linker schouder
■
(dat wil zeggen niet aan de kant waar u de
grastrimmer zal houden). Stel de lengte van de
schouderriem af om een zo comfortabel mogelijke
werkpositie te verkrijgen.
Pak de hoofdhandgreep van de grastrimmer met uw
■
rechterhand vast en de voorste handgreep met uw
linkerhand.
Opmerking: Houd het apparaat stevig met uw twee
handen vast gedurende de gehele tijd dat u het
gebruikt.
Plaats de grastrimmer aan uw rechterzijde met de
■
motor achter u.
Druk op de ontgrendelknop van de drukschakelaar en
■
druk dan op de drukschakelaar om de grastrimmer in
werking te stellen.
Maak tijdens het maaien met de grastrimmer een
■
beweging evenwijdig aan de grond, van rechts naar
links.
Opmerking: Als de motor overbelast wordt, treedt er
automatisch een interne beveiliging in werking die de
motor stopt. Als dat gebeurt, laat u de motor
10 minuten afkoelen voordat u hem opnieuw aanzet.
De grastrimmer moet dan weer zonder probleem
gaan werken.
GEBRUIKSTIPS
Controleer eerst de plek waar u wilt gaan maaien en
■
verwijder eventuele steentjes, stukken glas of draad
die meegetrokken of weggeslingerd zouden kunnen
worden door de draadkop tijdens gebruik. Maai alleen
droog gras met de grastrimmer. Houd de draadkop
altijd evenwijdig aan de grond.
Maai hoog gras (hoger dan 20 cm) in meerdere
■
keren, van boven naar beneden. Zo voorkomt u dat
er zich grashalmen op de draadkop wikkelen, wat de
motor kan oververhitten en doen beschadigen. Als er
zich toch gras om de draadkop heeft gewikkeld,
stopt u de grastrimmer, trekt u de stekker eruit en
verwijdert u het gras dat zich heeft opgehoopt.
NL
P
S
DK
N
FIN GR HU
CZ RU
Nederlands
Verplaats de grastrimmer langzaam van de ene naar
■
de andere kant van het maaigebied en houd de
maaikop daarbij op de gewenste maaihoogte.
Alleen met het uiteinde van de draden wordt
■
gemaaid: duw de draadkop niet diep in het hoge gras.
Laat steeds na gebruik wat extra draad uit de
■
draadkop komen om te voorkomen dat de draad te
kort wordt en zich in de draadkop terugtrekt.
Het draadeinde verslijt tijdens gebruik en dus wordt
■
de maaibreedte geleidelijk kleiner. Als u niet
regelmatig extra draad af laat wikkelen, bestaat de
kans dat de draad tot aan de oogjes afgesleten raakt.
Als de grastrimmer wordt stilgezet, raakt de draad
ontspannen en heeft de neiging om zich in de
draadkop terug te trekken. Als dat gebeurt, trekt u de
stekker van de grastrimmer uit het stopcontact,
verwijdert u de spoel van de draadkop, steekt u de
draad opnieuw door de oogjes en zet u de spoel
terug op zijn plaats.
Zorg dat u geen harde voorwerpen aanraakt, zoals
■
het gaas van omheiningen of beton, want dat kan de
draad voortijdig doen slijten.
Laat de draad nooit tegen de grond aan komen
■
tijdens het maaien.
MAAIDRAAD LATEN AFWIKKELEN (afb. 9)
De grastrimmer is uitgerust met een EZ LINE™
draaduitvoersysteem. Volg onderstaande aanwijzingen
om automatisch maaidraad af te wikkelen:
Tik zachtjes met de draaduitvoerknop (22) op de
■
grond
draaduitvoerknop niet tegen de grond aangedrukt.
Opmerking: Het draad-snijmes (23) op de
afschermkap snijdt de maaidraad af op de optimale
lengte.
Opmerking: Om te voorkomen dat de draad in de
knoop raakt dient u steeds maar één keer met de
draaduitvoerknop op de grond te tikken om een
langere draad te maken. Als er onvoldoende
draadlengte is uitgevoerd, wacht u enkele seconden
voordat u de draaduitvoerknop opnieuw tegen de
grond tikt. Zorg dat de draadlengte altijd overeenkomt
met de maximale maaibreedte.
DRAAD-SNIJMES VAN DE AFSCHERMKAP
(afb. 10)
De afschermkap van uw grastrimmer is voorzien van een
draad-snijmes (23). Voor maximale prestaties dient u
zoveel draad uit de kop te laten afwikkelen tot dit lang
genoeg is om door het draad-snijmes te worden
afgesneden.
58
RO PL SLO HR TR EST LT
terwijl
de
motor
LV
SK BG
draait.
Houd
de