5. Installatie en bediening
5.1 Inbedrijfstelling
VOORZICHTIG!
Het apparaat mag alleen worden bediend door op de juiste manier geschoold
personeel dat genoeg technische ervaring heeft.
Vóór het aanzetten van het apparaat dient:
de technisch documentatie zorgvuldig te worden gelezen,
-
kennis te worden genomen van de veiligheidsvoorzieningen en
-
beschermingsmaatregelen van het apparaat, hun plaatsing en de
manier waarop ze werken.
Het gebruik van delen van het apparaat en de uitrusting die bestemd zijn als veiligheids-
voorziening en beschermmaatregel door onbevoegden, kan een oorzaak zijn van een
defect of een gevaar vormen voor de persoon die het apparaat bedient. Diegene die het
apparaat bedient moet op de juiste manier geschoold zijn, geïnformeerd over het
restrisico en de juiste manier van gebruiken van het apparaat.
Montage / demontage
WAARSCHUWING!
Alle handelingen die betrekking hebben op de montage /
demontage van elk onderdeel van het apparaat moet
worden uitgevoerd als de motor uit staat en de stekker
moet uit het stopcontact zijn gehaald.
De montage van het apparaat vereist een paar handelingen:
1. De borgring (7) van de mixstaaf(8)
op de snelaansluiting (6) plaatsen
van het machinelichaam (1).
2. De mixstaaf (8) aandraaien tegen-
gesteld aan de richting van de wijzers
van de klok, zodat hij stevig vastzit aan
het machinelichaam (1).
TIP!
Zich houden aan de aanwijzingen die op het machinelichaam staan!
- 110 -
1
6
8
2
4
7