Nice E MAT ST 324 Instructions Et Avertissements Pour L'installation Et L'utilisation page 110

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 34
6.2 - Klimaatsensoren voor wind, zon, regen
De klimaatsensoren van de series NEMO en VOLO zorgen ervoor dat het scherm
automatisch beweegt op basis van de weersomstandigheden.
Te gebruiken geleiders voor aansluiting van de sensoren via kabel:
Wit-oranje + Wit-zwart (bepaalde modellen kunnen alleen draadloos worden aan-
gesloten).
EDr kunnen maximaal 5 buismotoren parallel op één en dezelfde accessoire worden
aangesloten, rekening houdend met de polariteit van de signalen (sluit de geleiders
Wit-zwart van alle motoren op elkaar aan en slit de geleiders Wit-oranje van alle
motoren op elkaar aan).
Waarschuwingen:
• Na het aansluiten van een klimaat sensor (of nadat deze is opgeslagen), moet u do
de procedure 6.A, om de opdracht te kiezen uit associëren met een enkele knop
(opdracht "Open" of het "stepper").
• Voor alle modellen van de serie NEMO en de modellen Volo SR en Volo ST: de
activeringsdrempels"zon" en "wind" kunnen alleen in de klimaatsensor worden af-
gesteld. Raadpleeg de instructiehandleiding van de sensor.
• Voor alle Volo- en Volo S-modellen: de activeringsdrempels"zon" en "wind" kun-
nen alleen in de buismotor worden afgesteld. Raadpleeg procedure 6.B en 6.C in
deze instructiehandleiding.
• De klimaatsensoren moeten niet worden beschouwd als beveiligingsinrichtingen
die storingen van het scherm kunnen verhelpen die zijn veroorzaakt door hevige
regen of wind; een simpel geval van stroomuitval zou de automatische beweging
van het scherm immers al onmogelijk maken. Deze sensoren moeten dus worden
beschouwd als onderdeel van een automatisme, dat bijdraagt aan de beveiliging
van het scherm. Nice wijst elke aansprakelijkheid af voor materiële schade ten ge-
volge van atmosferische condities die niet door de sensoren gedetecteerd worden.
6.2.1 - Geheugenopslag van een draadloos aangesloten
klimaatsensor
Om een klimaatsensor opslaan, voer de procedure 5.11.
6.2.2 - Definities en conventies
• Handmatige instructie "Zon aan" = hiermee wordt de ontvangst door de motor
geactiveerd van automatische instructies die door de zonsensor worden verzon-
den, als deze deel uitmaakt van de installatie. Gedurende de periode waarin de
ontvangst geactiveerd is, kan de gebruiker op elk gewenst moment handmatige
instructies verzenden: deze hebben voorrang op de automatische werking van de
automatisering.
• Handmatige instructie "Zon uit" = hiermee wordt de ontvangst door de motor
gedeactiveerd van automatische instructies die door de zonsensor worden ver-
zonden, als deze deel uitmaakt van de installatie. Gedurende de periode waarin de
ontvangst gedeactiveerd is, werkt de automatisering alleen op basis van handma-
tige instructies die door de gebruiker worden verzonden. De sensoren voor wind en
regen kunnen niet worden uitgeschakeld, aangezien deze dienen ter bescherming
van de automatisering tegen deze weersverschijnselen.
• Intensiteit "Boven drempel" van zon/wind = conditie waarbij de intensiteit van
het weersverschijnsel hoger is dan de waarde die is ingesteld als drempel.
• Intensiteit "Onder drempel" van zon/wind = conditie waarbij de intensiteit van
het weersverschijnsel lager is dan de waarde die is ingesteld als drempel.
• "Windbescherming" = conditie waarbij het systeem alle instructies voor het ope-
nen van het scherm tegenhoudt vanwege de windkracht "Boven drempel".
• "Regen gedetecteerd" = conditie waarbij het systeem regen detecteert, in tegen-
stelling tot de eerder geldende conditie "geen regen".
• "Handmatige instructie" = instructie voor Omhoog, Omlaag of Stop, die de ge-
bruiker met een zender verzendt.
6.2.3 - Gedrag van de motor bij aanwezigheid van
klimaatsensoren
• Werking van het automatisme bij de zonsensor: afb. 7
Wanneer de intensiteit van het zonlicht gedurende minstens 2 minuten de ingestel-
de drempel overschrijdt ("boven zonlichtdrempel"), voert de motor zelfstandig een
beweging naar beneden uit. Wanneer de intensiteit van het zonlicht onder de inge-
stelde hysteresisdrempel ("onder zonlichtdrempel") komt en er minstens 15 minuten
achtereen blijft, voert de motor zelfstandig een beweging naar boven uit. Opmer-
king – de hysteresisdrempel wordt op circa 50% van de waarde van de ingestelde
zonlichtdrempel gezet.
Momentane dalingen van het zonlicht, die even duren of in ieder geval korter dan 15
minuten, hebben geen invloed op de gehele cyclus. De handmatige instructies van
de gebruiker hebben voorrang op de automatische instructies.
In de fabriek is de activeringsgrens van de zonsensor ingesteld op niveau 3 (= 15
Klux). Als u deze waarde wilt wijzigen, volg dan procedure 6.B.
• Werking van het automatisme bij de regensensor: afb. 8
De regensensor kent twee condities: "afwezigheid regen" en "aanwezigheid regen".
Wanneer de motor de signalering "aanwezigheid regen" ontvangt, activeert hij auto-
matisch de manoeuvre (omhoog of omlaag) die de installateur heeft geprogrammeerd
voor deze conditie(*). De regensensor wordt automatisch uitgeschakeld wanneer hij
heeft waargenomen dat het gedurende ten minste 15 minuten niet geregend heeft.
(*) - Als het regent geeft het systeem automatisch opdracht om het scherm omhoog
te doen (fabrieksinstelling). Om deze instelling te wijzigen dient u de procedure 6.D
uit te voeren.
13 – Nederlands
Het regenautomatisme wordt gedeactiveerd nadat de sensor heeft vastgesteld dat
het gedurende ten minste 15 minuten niet heeft geregend. De handmatige instruc-
ties zijn, zoals ook in dit geval geldt, altijd actief en hebben voorrang op automatisch
gegenereerde instructies. Als de handmatige instructie ingaat tegen de autonome in-
structie, genereert de automatisering de handmatige instructie en start tegelijkertijd
een timer van 15 minuten. Als deze afloopt wordt de automatische, geprogrammeer-
de instructie uitgevoerd (bijvoorbeeld het sluiten van het scherm).
Voorbeeld: 1) Het scherm is open. 2) Het begint te regenen. 3) Het scherm sluit. 4)
De gebruiker besluit het na enkele ogenblikken te openen. 5) Het scherm gaat weer
open. 6) 15 minuten nadat het scherm open is gegaan, sluit het weer automatisch.
7) Het stopt minstens 15 minuten met regenen. 8) De gebruiker opent opnieuw het
scherm. 9) Het scherm blijft open.
• Werking van het automatisme bij de windsensor: afb. 9
Wanneer de windkracht de ingestelde drempel overschrijdt, activeert het systeem
de windbescherming en laat het systeem het scherm automatisch omhoogkomen.
Wanneer de windbescherming ingeschakeld is, worden de handmatige instructies
gedeactiveerd (het is niet mogelijk om het scherm te laten zakken). Wanneer de blok-
keringsduur afgelopen is, kunnen er weer handmatige instructies worden gegeven
en wordt na 10 minuten de automatische werking hersteld.
In de fabriek is de activeringsgrens van de windsensor ingesteld op niveau 3 (= wind
van 15 km/u). Als u deze waarde wilt wijzigen, volg dan procedure 6.C.
6.2.4 - Prioriteiten van de atmosferische condities en de priori-
teiten van de sensoren "Zon", "Regen" en "Wind"
Elk weersverschijnsel heeft een prioriteit. De prioriteit is als volgt opgebouwd:
1-wind, 2-regen, 3-zon.
Wind heeft de hoogste prioriteit. Het weersverschijnsel met de hogere prioriteit doet
de status van het weersverschijnsel met de lagere prioriteit teniet.
Voorbeeld: 1) Op een mooie, zonnige dag gaat het scherm omlaag vanwege het
zonlicht. 2) Als het bewolkt wordt en er wat regen op de sensor valt, annuleert de
motor de conditie "zon gedetecteerd" en geeft opdracht tot de beweging die is in-
gesteld voor de conditie "regen gedetecteerd". 3) Als de windkracht toeneemt en de
ingestelde drempel overschrijdt, deactiveert de motor de automatische sequentie die
voor de regen is ingesteld en geeft hij opdracht tot het omhooggaan van het scherm
en houdt het gesloten tot de wind is gaan liggen. 4) Als het slechte weer voorbij is,
wordt na 10 minuten het windalarm uitgeschakeld en, als het op dat moment nog re-
gent, worden die conditie en de bijbehorende ingestelde beweging opnieuw geacti-
veerd. Als het stopt met regenen wordt de werking voor de zon weer geactiveerd. Als
de zonlichtintensiteit de drempel overschrijdt zal het scherm weer opengaan. Wan-
neer de zonlichtintensiteit tot onder de drempelwaarde daalt, wordt er na 15 minuten
een instructie voor het omhooggaan afgegeven.
6.2.5 - Door de gebruiker verzonden instructies voor "Zon aan"
en "Zon uit"
De gebruiker kan de ontvangst door de motor van automatische instructies die door
de in de installatie aanwezige klimaatsensoren worden verzonden, inschakelen ("Zon
aan") of uitschakelen ("Zon uit"). Als de gebruiker de instructie "Zon aan" (automa-
tisme geactiveerd) verstuurt en er is op dat moment zon, dan geeft het systeem op-
dracht tot het openen van het scherm. Als het automatisme al geactiveerd was, dan
wordt bij het opnieuw versturen van de instructie "Zon aan" het systeem gereset en
starten de algoritmen opnieuw, met onmiddellijke ingang. Als de instructie "Zon aan"
wordt verstuurd en de zonlichtintensiteit onvoldoende is en dus het openen niet toe-
staat (de drempel wordt niet bereikt), dan zal de motor een instructie geven om te
sluiten, overeenkomstig de huidige conditie. Als er geen instellingen zijn voor een
beweging (bijvoorbeeld scherm gesloten en geen zon), dan zal bij de instructie "Zon
aan" de motor niet bewegen. Door een instructie "Zon uit" te sturen wordt het auto-
matisme gedeactiveerd.
Voorbeeld: het scherm is gesloten; de instructie "Zon aan" wordt verzonden; als er
zon is, opent het scherm direct zonder 2 minuten te wachten.
Door het automatisme te deactiveren wordt de automatische beweging die bij de
verschillende zonlichtintensiteiten hoort, geblokkeerd. Waarschuwing – De senso-
ren "Wind" en "Regen" kunnen niet worden gedeactiveerd.
PROCEDURES VOOR ACCESSOIRES
(zie Hoofdstuk 6)

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières