BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Bij het gebruik van elektrische apparaten moeten bepaalde essentiële Gebruik nooit kromme naalden. veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen, en met name de onderstaande: Tijdens het naaien de stof niet trekken of duwen. Dit kan de naald Lees alle instructies alvorens deze naaimachine in gebruik te nemen. scheeftrekken en doen breken.
CONSIGNES DE SECURITE IMPORTANTES Lorsque vous vous servez d'un appareil électrique, il existe des règles de Ne vous servez pas d'aiguilles tordues. sécurité qui doivent toujours être observées, et notamment les suivantes : Evitez de tirer ou de pousser le tissu pendant que vous piquez. Ceci Lisez le manuel d'instructions dans son intégralité...
Page 4
Proficiat! U bent thans de gelukkige eigenaresse van een nieuwe, uiterste precieze naaimachine waarmee u alle soorten textiel, van denim (blue jean) in allerhande dikten tot de fijnste zijde kunt naaien. De naaimachine is ontworpen voor een zo eenvoudig en comfortabel mogelijke bediening. Om optimaal gebruik te kunnen maken van de vele mogelijkheden van deze machine en in het belang van uw eigen veiligheid raden wij u aan, deze handleiding aandachtig door te nemen en daarbij acht te slaan op alle waarschuwingen, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften.
Inhoud Table des matières Korte kennismaking.................2-3 Détails de la machine................2-3 Accessoires ....................4 Accessoires ....................4 Aanschuiftafel/ accessoirebakje aanbrengen..........5 Montage de la table d'extension escamotable ...........5 Naaimachine op het lichtnet aansluiten............6 Branchement de la machine à l'alimentation électrique ......6 Gloeilampje vervangen................7 Remplacement de l'ampoule..............7 Persvoethendel met twee standen .............8 Levier releveur de pied presseur à...
Accessoires Standaardaccessoires (1) Extra accessoires-(optie) (2) a. Multifunctionele persvoet o. Satijnsteekvoet b. Ritsvoet p. Overlockvoet c. Knoopsgatvoet q. Blindzoomvoet 006806008 006905008 006909008 006914008 d. Knoopaanzetvoet r. Stop-/borduurvoet e. Haakse schroevendraaier s. Zoomvoet f. Tornmesje / reinigingsborstel t. Koordvoet g. Oliespuitje u.
Aanschuiftafel/ accessoirebakje aanbrengen Houd de aanschuiftafel horizontaal en schuif in de richting van de pijl op zijn plaats (1). De aanschuiftafel heeft een klep en kan als accessoiredoos worden gebruikt. Trek de klep omlaag om de doos te openen (2). Montage de la table d'extension escamotable Tenez la table d'extension escamotable à...
Naaimachine op het lichtnet aansluiten Raadpleeg de onderstaande tekeningen voor het aansluiten van de machine op het lichtnet. (1) Wanneer de steker van het netsnoer van het niet-ompoolbare type is mag geen verloopsteker worden gebruikt. Opgepast: Neem de steker uit de wandcontactdoos wanneer u de naaimachine niet gebruikt. Voetpedaal Het voetpedaal dient tot het regelen van de snelheid van de naaimachine.
Gloeilampje vervangen Neem de netsteker uit de wandcontactdoos. - Neem de schroef (A) los (1). - Verwijder de kap (B). - Schroef het gloeilampje (C) los en vervang het (2). - Plaats de kap op de naaimachine en zet deze vast met de schroef. Wend u in geval van moeilijkheden tot uw leverancier.
Persvoethendel met twee standen Bij het naaien van verscheidene lagen dikke stof kan de persvoet in een hogere stand gesteld worden, wat het aanbrengen van de stof vergemakkelijkt (A). Persvoetdruk instellen De persvoetdruk is vooringesteld en nastellen als functie van de stof (dik of dun) is overbodig.
Persvoethouder bevestigen Druk de persvoethouderstang omhoog (a) (1). Bevestig de persvoethouder (b) aan de hand van de tekening. Persvoet bevestigen Laat de persvoethouder (b) dalen tot de gleuf (c) zich recht boven het asje (d) bevindt (2). Druk de hendel (e) in de richting van de pijl. Druk de persvoethouder (b) omlaag tot de persvoet (f) er in vastklikt.
Spoel opwikkelen - Plaats de klos op de klospen (1). Bij kleine garenklossen moet het klosje met de kleinste diameter in de richting van de naald wijzen (2). - Leg het garen met de wijzers van de klok mee om de schijven van de garenspanner (3).
Spoel aanbrengen De spoel kan alleen worden aangebracht of verwijderd wanneer de naald zich in de hoogste stand bevindt. 1. Trek het deksel in de richting van de pijl. 2. Houd het spoelhuis in de ene hand. Plaats de spoel zodanig dat het garen met de wijzers van de klok mee van de spoel wordt getrokken (zie het pijltje).
Naald aanbrengen De naald moet regelmatig worden vervangen, zeker wanneer deze tekenen van slijtage vertoont en problemen veroorzaakt. Monteer de naald aan de hand van de nevenstaande tekening. A. Draai de naaldborgbout los, breng een nieuwe naald aan en zet de borgbout goed vast (1).
Bovendraad inrijgen Het inrijgen van de bovendraad is op zich heel eenvoudig, maar als het niet goed wordt gedaan kunnen er zich tijdens het naaien problemen voordoen. - Zet om te beginnen de naald in de hoogste stand (1) en de persvoethendel omhoog om de spanschijven los te zetten (2).
Enfilage du fil supérieur Il s'agit là d'une opération simple, mais qu'il convient de réaliser correctement, sans quoi divers problèmes peuvent surgir lors de la couture. - Commencez par relever l'aiguille jusqu'à son point le plus haut (1), et relevez également le pied presseur afin de débloquer les disques du tendeur (2).
Automatische naaldinrijger (optie) - Breng de naald in de hoogste stand. - Druk met de naald met de hendel (A) volledig omlaag. - De naaldrijger kantelt automatisch in de inrijgpositie (B). - Steek het garen onder de haak (C) door. - Steek het garen aan de voorkant van de naald van onder naar boven door de haak (D).
Garenspanning Onderdraadspanning U kunt de spanning van het opgespoelde garen testen door de spoelhouder en de spoel uit het spoelhuis te nemen en deze aan het garen vast te houden. Beweeg ze een of tweemaal heen en weer. Wanneer de spoelspanning goed is, moet er 3 à 5 cm garen uit de spoel komen.
Ophalen van de onderdraad Neem de bovendraad in de linkerhand. Draai de naald met het handwiel in de hoogste stand (1). Trek de onderdraad met de bovendraad uit de opening in de naaldplaat. Trek beide draden onder de persvoet door naar achteren (2). Remontée du fil inférieur Tenez le fil supérieur avec votre main gauche.
Achteruitnaaien Druk aan het einde van de stof op de achteruitnaaihendel. Naai enkele steken achteruit. Laat de hendel los en de machine naait weer vooruit (1/A). Naaiwerk losnemen Draai het handwiel tot de garenopnemer in de hoogste stand staat, druk de persvoethendel omhoog en druk het naaiwerk naar achteren uit de machine (2).
Verband tussen naald, stof en garen NAALD-, STOF- EN GARENSELECTIETABEL NAALDDIKTE STOF GAREN 9-11(65-75) Lichte stoffen: dun katoen, voile, serge, zijde, mousseline, qiana, Dun katoen-, nylon- of polyestergaren. interlock, katoenen tricots, jersey, crêpe, geweven polyester, stof voor overhemden en blouses. 12(80) Middelzware stoffen: katoen, satijn, dikke mousseline, zijldoek, De meeste handelsgarens zijn van gemiddelde...
Correspondance entre aiguille, tissu et fil TABLEAU DE SELECTION DES AIGUILLES,TISSUS ET FILS TAILLE D'AIGUILLE TISSUS 9-11(65-75) Tissus légers: cotons minces, voile, serge, soie, mousseline, Fil léger en coton, nylon ou polyester. qiana, interlock, tricots coton, jersey, crêpe, polyester tissé, tissus pour chemises et chemisiers.
Rechte steek Rechte steek met de naald in het midden Draai de steekselectieknop tot de letter "A" in het stekenvenster staat. Stel de steeklengte in met de steeklengteknop. Steeklengteknop Voor een met een drievoudige steek versterkte naad moet de Molette de longueur de point steeklengteknop in de stand "S1"...
Zigzagsteek Draai de steekselectieknop tot de letter "C" (zigzagsteek) in het stekenvenster staat. De breedte van de steek kan groter of kleiner worden gemaakt door de knop vooruit of achteruit te draaien. (1) De functie van de steeklengteknop bij de zigzagsteek (2) Hoe dichter de steeklengteknop bij de stand "0"...
Blindzoomsteek /lingeriesteek Onder meer voor gordijnzomen, broekzomen en rokzomen. Onzichtbare zoom voor elastische stoffen. Onzichtbare zoom voor dikke stoffen Monteer in plaats van de persvoet de blindzoomvoet. (1) Voor het maken van goede blindzomen is een beetje oefening nodig. Maak altijd eerst een proefzoom voor u aan de slag gaat. Vouw de stof zoals op de tekening te zien is, met de achterzijde boven (2).
Overhandse steek Aan elkaar naaien, afwerken, blinde zomen. Zet de steeklengteknop in de stand "S1". Schuine overhandse steek Voor dunne breistoffen, jerseys, kragen en gebreide ribboorden. (1) Dubbele overhandse steek Voor dunne breistoffen, breiwerk en voor het aan elkaar naaien van stoffen.
Knopen aannaaien Breng de transporteurafdekplaat aan (1). Leg het materiaal onder de voet. Leg de knoop op de afgetekende plaats en trek de voethendel omlaag. Zet de steekselectieknop in de stand "B" en maak enkele aanhechtingssteken. Kies een zigzagsteekbreedte die overeenkomt met de afstand tussen de twee gaten van de knoop.
Knoopsgaten naaien Voorbereidingen: Verwijder de zigzagvoet en monteer de knoopsgatvoet. Stel de steeklengte in tussen "0,5" en "1". De steekdichtheid is afhankelijk van de stofdikte Maak altijd eerst een proefknoopsgat. Stof voorbereiden: Meet de diameter van de knoop en voeg 0,3 cm voor de versterkingsribben. Voeg bij dikke knopen wat meer toe.
Couture des boutonnières Préparatifs: Enlevez le pied zigzag et montez le pied pour boutonnières. Positionnez la molette de longueur de point entre "0,5" et "1". La densité des points dépend de l'épaisseur du tissu. Nota: Faites toujours une boutonnière d'essai. Préparation du tissu: Mesurez le diamètre du bouton et ajoutez 0,3 cm pour les barrettes de renfort.
Ritssluitingen en paspels Stel de machine in als op de tekening te zien is (1). De ritsvoet kan links of rechts gemonteerd worden, afhankelijk van de kant van de voet waar genaaid moet worden (2). Om verder dan de ritsopening te naaien moet de naald in de stof worden gestoken, de persvoet moet omhooggezet worden en het treklipje moet onder de persvoet door worden gedrukt.
Naaien met de zoomvoet Zomen in dunne of transparante stof. Stel de machine in als op de tekening te zien is (1). Vouw de rand van de stof om. Draai aan het begin van de zoom tweemaal ongeveer 3 mm om de rand en naai 4 à 5 aanhechtingssteken.
Zigzag in 3 etappes Kant en elastiek naaien, stoppen, verstellen, kanten afwerken. Stel de machine in als op de tekening te zien is (1). Leg de stof onder de persvoet. De steeklengte kan sterk worden ingekort (A). Voor het herstellen van een scheur verdient het aanbeveling, aan de achterkant een stuk stof te gebruiken.
Steken selecteren Drievoudige rechte steek: (1) Moeilijk te naaien stoffen. Zet de steeklengteknop in de stand "S1". De machine naait twee steken vooruit en één steek achteruit. Dit geeft een drievoudige versterking. Drievoudige zigzagsteek: (2) Voor moeilijk te naaien stoffen, zomen en het samenvoegen van decoratieve delen.
Elastische steek Assemblages, zomen, T-shirts, ondergoed, enz. Stel de machine in als op de tekening te zien is (1). Deze steek is geschikt voor alle soorten jersey alsmede voor geweven stoffen (2). Naai op een afstand van 1 cm van de rand en knip de rest af (3). Steekselectieknop op "D", steeklengteknop op "S1".
Naaien met de koordvoet Siereffecten, kussens, tafellakens enz. Stel de machine in als op de tekening te zien is (1). Sierkoord kan met verscheidene steken worden genaaid zoals bij voorbeeld de zigzagsteek, de drievoudige zigzagsteek en de siersteken (1). Steek het koord tussen de veer op de gleuf en de voet. Het koord moet in de gleuf lopen Er kunnen één, twee of drie koorden genaaid worden.
Stoppen Stel de machine in als op de tekening te zien is (1). Monteer de transporteurafdekplaat (2). Demonteer de persvoet (3). Bevestig de stopvoet op de persvoet. Hendel (A) moet zich achter de naaldborgbout bevinden (B). Druk de stopvoet stevig van achteren vast en draai de bout (C) aan (4).
Praktische steken Stel de machine in als op de tekening te zien is (1). Stel de steeklengteknop in aan de hand van de te naaien stof. Schelp-rijgsteek "A" Voor sierranden. Geschikt voor transparante, dunne en -stretchstoffen. De breedste steek moet net iets over de rand vallen om een schelpeffect te bereiken. Kanteelsteek "B"...
Quiltsteken Stel de steekselectieknop in als op de tekening te zien is. Bevestig de quiltsteekgeleider in de persvoethouder en stel de benodigde afstand in. Druk de stof vooruit en naai de rijen waarbij de quiltsteekgeleider evenwijdig moet blijven met de vorige stekenrij. Matelassage Réglez le sélecteur de point comme illustré.
Plisseersteken Stel de steekselectieknop in als op de tekening te zien is. 1. Monteer de plisseervoet. 2. Naai één of meerdere rijen rechte steken. trek aan de onderdraad om de stof verder te rimpelen. 3. Moet de stof nog meer gerimpeld worden, verminder dan de bovendraadspanning (tot ongeveer 2) zodat de onderdraad op de onderkant van de stof ligt.
Patchworksteken Met deze steken worden twee stukken stof met een geringe tussenruimte aan elkaar gezet. 1. Sla de randen van de twee stukken stof om voor de zoom en rijg de randen aan een stuk dun papier maar laat daartussen een kleine ruimte. 2.
Appliceersteken - Stel de steeklengte in met de steeklengteknop. - Selecteer een kleine zigzagsteek. - Knip het motief uit en rijg het aan de stof. - Naai de applicatie langs de buitenrand vast. - Knip de stof buiten de steken af. Niet in de steken knippen. - Verwijder de rijgdraad.
Monogrammen maken en borduren met een borduurraam* Transporteurafdekplaat aanbrengen - Stel de machine in als op de tekening te zien is. - Demonteer de persvoet en de persvoethouder. - Monteer de transporteurafdekplaat - Trek de persvoethendel omlaag voor u met naaien begint. - Selecteer de steekbreedte aan de hand van de lettergrootte of het Motief.
Réalisation de monogrammes et broderie avec cercle à broder* Recouvrement des griffes d'entraînement - Réglez la machine comme illustré ci-contre. - Déposez le pied presseur et son support. - Montez la plaque couvre-entraînement. - Abaissez le levier releveur de pied presseur avant de commencer à coudre.
Page 47
Monogrammen maken en borduren met een borduurraam* Monogrammen 1. Beweeg het borduurraam langzaam maar met constante snelheid langs de letters. 2. De laatste letter wordt afgemaakt met enkele rechte steken. Borduren 1. Beweeg het borduurraam al stikkende langs het motief. 2.
Boventransportvoet * De boventransportvoet is leverbaar als een optie. De voet wordt niet standaard meegeleverd. Vork Naald-stang Probeer zoveel mogelijk een andere voet te gebruiken; de boventran- sportvoet is uitsluitend bestemd voor uitzonderingsgevallen. De standaardvoet biedt gemakkelijker stofdoorvoer en zicht op het Vork naaiwerk.
Pied à double entraînement * Le pied à double entraînement est un accessoire disponible en option. Il Montant n'est pas fourni d'origine avec la machine. Bras fourchu d'aiguille Essayez toujours de coudre tout d'abord sans le pied à double entraînement; celui-ci ne doit être utilisé qu'en cas d'absolue Bras nécessité.
Onderhoud Opgepast: Neem de netsteker uit de wandcontactdoos. De naaimachine mag pas gereinigd worden wanneer deze spanningsloos is. Naaldplaat verwijderen: Draai de naald met het handwiel in de hoogste stand. Open de scharnierende kap aan de voorzijde en draai de schroeven van de naaldplaat los met de schroevendraaier (1).
Entretien Attention: Isolez la machine de l'alimentation électrique en débranchant la fiche de son cordon d'alimentation de la prise de courant. Lors du nettoyage de la machine, cette dernière doit toujours être isolée de l'alimentation électrique. Dépose de la plaque à aiguille: Tournez le volant jusqu'à...
Kleine storingen verhelpen Probleem Oorzaak Oplossing Bovendraad breekt 1. Machine niet goed ingeregen. 1. Opnieuw inrijgen. 2. Garen te strak gespannen. 2. Garenspanning verminderen (lager nummer). 3. Garen te dik voor het naaldoog. 3. Dikkere naald gebruiken. 4. Naald niet goed aangebracht. 4.
Guide de dépistage des pannes Problèmes Causes Solutions Rupture du 1. La machine n'a pas été enfilée correctement. 1. Renfilez la machine. fil supérieur 2. Le fil est trop tendu. 2. Réduisez la tension du fil (chiffre plus petit). 3. Le fil est trop gros pour l'aiguille. 3.