te hoge luchtvochtigheid ( >80% rel., niet condenserend) en/of nat-
tigheid
- stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen, benzine
- te hoge omgevingstemperatuur (> ca.+50°C)
- sterke elektromagnetische (motoren of transformatoren) resp.
elektrostatische (oplading) velden.
Houdt zendinstallaties (radiotelefoons, zendinstallaties voor model-
bouw etc.) uit de buurt van de adapter voor kleine autoapparaten,
omdat de invallende zenderafstraling tot vernietiging kan leiden.
Sluit geen accu op de uitgang van het apparaat aan, omdat de uit-
gang in geval van een verkeerde polariteit niet beveiligd is en het
apparaat daardoor vernield kan worden.
De minimale ingangspanning mag niet onder de 10,5 VDC komen!
De maximale ingangsspanning mag niet boven 28,8 VDC komen!
Wanneer men kan aannemen, dat werking zonder gevaar niet meer
mogelijk is, dan moet het apparaat buiten werking worden gezet en
tegen per ongeluk inschakelen worden beveiligd. Een veilig gebruik
is niet langer gewaarborgd wanneer:
het instrument zichtbaar beschadigd is,
het instrument niet meer werkt
het instrument lange tijd onder ongunstige omstandigheden op-
geslagen is geweest
als het instrument onder moeilijke omstandigheden is vervoerd.
35