5. WERKWIJZE VAN DE AFSTANDSBEDIENING
De bovenste toets op de afstandsbediening is gewoonlijk de OPEN-
richting (openen). De onderste toets op de afstandsbediening is
gewoonlijk de DICHT-richting (sluiten). De middelste toets houdt het
rolluik in elke positie vast (stopt).
Wanneer tijdens de omhoog- of omlaagbeweging de toets voor de
andere bewegingsrichting wordt ingedrukt, wijzigt de motor de
bewegingsrichting.
LED
Omhoog / (Omlaag)
STOP
Omlaag / (Omhoog)
Batterij: „23A", 12Volt,
Bestelnummer: 10A14
WANDHOUDER (KOKER):
Bij elke 1-kanaals en 6-kanaals afstandsbediening meegeleverd (zonder
schroeven en deuvels).
Let op! Bij de montage geen elektrische leidingen beschadigen.
Vooral bij montage in de buurt van lichtschakelaars of contactdozen. De
locatie dient vooraf nauwkeurig te worden gecontroleerd.
LEREN VAN DRAADLOZE AFSTANDSBEDIENINGEN
(HANDZENDERS):
Er kunnen tot 40 afstandsbedieningen worden opgeslagen. De eerste
ingevoerde afstandsbediening wordt ook wel „master" -afstandsbediening
genoemd.
LEREN VAN EEN NIEUWE ANDERE AFSTANDSBEDIENING
(NIET DE EERSTE/MASTER)
OPMERKING: De volgende stappen dienen snel te worden uitgevoerd.
Lees de stappen eerst geheel door. Het is het eenvoudigst wanneer een
tweede persoon helpt en de tekst leest en de andere de toetsen bedient.
Stap 1: Het rolluik mag zich niet in een eindpositie bevinden.
Met de master-afstandsbediening:
Stap 2: De stop-toets indrukken en vasthouden. De aandrijving beweegt
2x kort ten teken dat de opdracht begrepen is (ca. 5 seconden). Wachten
tot de aandrijving stilstaat!
Stap 3: Vervolgens onmiddellijk en kort op de OMHOOG-toets (bovenste)
en ook op de OMLAAG-toets (onderste) drukken. De aandrijving
beweegt weer 2x kort ten teken dat de opdracht begrepen is
Met de nieuwe afstandsbediening:
Stap 4: Onmiddellijk op de nieuwe afstandsbediening de OMHOOG-toets
(bovenste) indrukken en vasthouden. De aandrijving beweegt weer 2x
kort ten teken dat de opdracht begrepen is.
• Klaar
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Opmerking 1: Tussen stap 2 en stap 3 zijn slechts max. 2 seconden
toegestaan, anders wordt de procedure afgebroken. De
aandrijving moet echter tevoren gestopt zijn.
Opmerking 2: Tussen stap 3 en stap 4 zijn slechts max. 7 seconden
toegestaan.
Opmerking 3: Een nieuwe toets pas indrukken als de LED in de
afstandsbediening gedoofd is en de aandrijving stilstaat.
Wanneer de aandrijving in plaats van kort zeer lang in
een richting beweegt (tussen stap 2 en 3) is het niet
gelukt. Opnieuw beginnen.
WISSEN VAN AFSTANDSBEDIENINGEN
Een enkele afstandsbediening kan niet worden gewist. Altijd worden alle
afstandsbedieningen gewist. Wissen is mogelijk:
A. Met de „master"-afstandsbediening
B. Rechtstreeks op de aandrijving (bij verlies van de afstandsbediening
of lege batterij)
A. Wissen met de "master"-afstandsbediening
• Stroomvoorziening naar de aandrijving uitschakelen (minstens 10
seconden)
• Stop-toets van de „master"-afstandsbediening indrukken en vasthouden
• Stroom nu pas inschakelen, wachten en toets steeds ingedrukt houden.
Na ca. 15 seconden beweegt de aandrijving kort ten teken dat de
opdracht begrepen is.
• Klaar
B. Wissen "zonder" afstandsbediening rechtstreeks op de
aandrijving
• Aandrijving stroomloos schakelen.
• De zwarte vrije kabel die uit de aandrijving wordt geleid, verbinden met
de (L) voeding.
• Stroom nu pas inschakelen en wachten. De aandrijving beweegt 2x kort
en loopt vervolgens tot aan één van de eindschakelaars ten teken dat de
opdracht begrepen is. Zodra de aandrijving begint te bewegen, zijn de
afstandsbedieningen gewist.
• Aandrijving weer stroomloos schakelen.
• Verbinding met de zwarte kabel losmaken en zodanig van elektriciteit
voorzien dat er geen kortsluiting door het vrije einde kan ontstaan.
• Overige stappen zie „Invoeren van de eerste afstandsbediening".
• Klaar
INVOEREN VAN DE EERSTE AFSTANDSBEDIENING
WJZIGEN VAN DE BEWEGINGSRICHTING
De eersteafstandsbediening is de „master"-afstandsbediening. Deze
bepaalt ook de bewegingsrichting en beslist of de bovenste toets
inderdaad de functie OMHOOG heeft of juist omgekeerd. Ook voor het
geval dat slechts één wijziging van de bewegingsrichting moet worden
ingevoerd, dienen eerst alle geprogrammeerde afstandsbedieningen te
worden gewist (zie Wissen met en zonder afstandsbediening).
OPMERKING: Wanneer de afstandsbediening opnieuw geprogrammeerd
wordt omdat de toetsen omgekeerd functioneerden
(OMLAAG/OMHOOG), drukt u in het vervolg op de OMLAAG-toets (geldt
alleen bij een nieuwe aandrijving die in de fabriek geprogrammeerd is).
• Aandrijving stroomloos schakelen
• De OMHOOG-toets of de OMLAAG-toets (bewegingsrichting) van de
nieuwe „master"-afstandsbediening indrukken en vasthouden. (In het
signaalbereik van de aandrijving blijven)
• Stroom inschakelen en wachten
• Wanneer het gelukt is, beweegt de aandrijving 2x kort ten teken dat
opdracht begrepen is.
• Klaar
Opmerkingen:
• Wanneer de procedure niet werkt, is er misschien toch al een „master"-
afstandsbediening opgeslagen. Is deze niet op te sporen, dan moet door
middel van „Wissen zonder afstandsbediening" eerst alles worden
gewist.
• Bevond u zich in het ontvangstbereik van de motor?
• Is de batterij in de afstandsbediening in orde?
• Zijn er tussen het inschakelen van de stroom en het indrukken van de
handzender meer dan 20 seconden verlopen?
ANTENNE:
De kabelantenne (zie Motoraansluiting) moet zodanig in de kast worden
geplaatst dat hij niet met het rolluik wordt opgerold. De kabelantenne niet
om de voedingskabel wikkelen (daardoor wordt het bereik van de
afstandsbediening verkort).
AANSLUITING VAN EEN WANDSCHAKELAAR (KABEL)
Elektrische aansluiting zie tekening voor motoraansluiting. Een
wandschakelaar kan worden aangesloten door middel van de zwarte
kabel. Hiervoor is geen speciale rolluikschakelaar vereist. Een gewone
wisselschakelaar 1-polig, vaak ook een trappenhuisschakelaar
(automatische terugstelling), is voldoende. Deze zijn in de handel in alle
uitvoeringen verkrijgbaar.
Functie: De eerste schakelpuls start de aandrijving, de volgende stopt de
aandrijving.
De daaropvolgende puls start de aandrijving in de andere richting, enz.