In Bedrijf Stellen Van De Lastimig 301/401/601 - Lastek LASTIMIG 301 Mode D'emploi

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Voltmeter: deze geeft de spanning aan tussen de uitgangen van de gelijkrichter. Opmerking: de lasspanning
4.
ligt altijd lager dan de nullastspanning. Dit verschil hangt af van de lasstroom en van het feit of men met de
volledige of de halve smoorspoel in de stroomkring last.
Spanningscontroleschakelaar: deze schakelaar wordt gebruikt om bij een bepaalde instelling van de
5.
halfautomaat de corresponderende nullastspanning af te lezen op de voltmeter.
Controlelamp: deze controlelamp brandt wanneer de stroombron aanstaat.
6.
Stopcontact voor de stuurkabel van de tussenkabel: met 42V AC tussen 1 en 6 en 24V AC tussen 2 en 6.
7.
Zekering: deze beschermt de stuurorganen tegen overstromen ten gevolge van defecten of kortsluitingen.
8.
Min-aansluitbussen van de stroombron voor aansluiting van de massakabel: Aansluitbus 9.1 is voor
9.
aansluiting met de volledige smoorspoel en aansluitbus 9.2 is voor aansluiting met de halve smoorspoel in het
lascircuit.
10. Plus-aansluitbus van de stroombron voor aansluiting van de tussenkabel
11. Handvat: waarmee de stroombron op een veilige manier verplaatst kan worden
4.

IN BEDRIJF STELLEN VAN DE LASTIMIG 301/401/601

1.
Eerst controleren dat de stroombron op de juiste voedingspanning geschakeld is. De driefasige typen
Lastimig 301, 401 en 601 zijn om te schakelen op 220-230 Volt of op 380-400 Volt. Vooraleer het apparaat in
bedrijf te stellen controleren of de veiligheidsstift van de hoofdschakelaar 1 zich in de goede positie bevindt.
Deze veiligheidsstift verhindert dat men zowel naar rechts als naar links kan schakelen. Bij netschakeling
380-400 V, laat de veiligheidsstift alleen het omschakelen tussen 0 en 380-400 V toe. Bij netspanning 220-
230 V is er geen gevaar en mag men de schakelaar op 380-0-220 V plaatsen. Voor het lassen schakelt men
hem natuurlijk op 220-230 V
2.
Sluit de voedingskabel aan op het net.
LET OP: de GEEL/GROENE draad is de aardgeleider en MOET in de stekker aangesloten worden.
3.
Plaats de gasfles achteraan op de stroombron. Op de gasfles wordt eventueel de gasvoorverwarmer en
debietmeter vastgeschroefd. Men draait de debietmeter op nul (geen gasdoorstroming) en opent dan de fles.
4.
Nu wordt de tussenkabel aangesloten tussen stroombron, gasfles en draadstuwer. Sluit eveneens de
massakabel aan.
5.
Een voor het werk geschikt laspistool (gepaste capaciteit en lengte) wordt aangesloten. Daartoe wordt de
compactstekker van het pistool in het pistoolkoppelstuk geplaatst (spie in spiegleuf) en naar rechts gedraaid om
vast te zetten. In het algemeen kan men zeggen dat een:
200 A pistool geschikt is voor draad van 0.8 mm
300 A pistool geschikt is voor draad van 1.0 tot 1.2 mm
400 A pistool geschikt is voor draad van 1.2 tot 1.6 mm
Om met een 400 A laspistool draad van diameter 0.8 te lassen, dient men wel een geleidingsspiraal voor die
diameter te gebruiken (is de geleidingsspiraal die normaal in een 200 A laspistool gebruikt wordt).
6.
Plaats een voor het werk geschikte rol lasdraad op de haspel zo dat de draad langs onder in de draadstuwer
komt (ontspan de drukrol door middel van de hefboom). Controleer of de draadgeleider en de aandrijfrollen
overeenstemmen met de gebruikte draaddiameter. Breng nu de draad in het draadstuwsysteem, nadat u eerst
het draaduiteinde over ongeveer 10 cm rechtgemaakt heeft. Dit om obstructie van de draad in het pistool te
vermijden. Span nu de drukrol weer vast door middel van de hefboom.
7.
Open de debietmeter en stel hem in op het gewenste gasdebiet.
8.
Zet nu de stroombron aan door middel van de schakelaar (1). De juiste spanning wordt ingesteld door de twee
spanningsschakelaars (2) en (3) in de gewenste stand te zetten, met eventuele controle op de voltmeter (4) door
te drukken op controleschakelaar (5).
Op het draadstuwapparaat wordt de schakelaar op "draad" gezet en de draadsnelheidsregelknop op de
gewenste waarde. Wanneer men nu de pistoolschakelaar bedient loopt de draad door tot hij uit het pistool komt
(eventueel de contactbuis eerst weglaten om de draad niet te laten vastlopen in de toortskop.) Nadat de draad
doorgelopen is de contactbuis weer op zijn plaats zetten en vastdraaien. Controleer of de contactbuis geschikt
is voor de gebruikte draaddiameter. Plaats nu de draadstuwschakelaar op "lassen".
De Lastimig 301 / 401 / 601 is nu lasklaar.
Lastimig 301 – 401 - 601/v1125/nf/rc - 7

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Lastimig 401Lastimig 601

Table des Matières