Opmerking
Scansnelheid
Door een hogere resolutie bij het
scannen van negatieven / dia's is de
scansnelheid lager dan wanneer er
foto's ingescand worden.
11 Wacht tot de controlelampjes h en STATUS
niet meer knipperen en STATUS continu
NL
brandt. Dit betekent dat het scanproces beëin-
digd is en dat de gegevens op de geheugen-
kaart zijn opgeslagen.
12 Plaats gescande negatieven / dia's weer terug
in de beschermhoes / het mapje, om beschadi-
gingen of verontreiniging tegen te gaan.
13 De geheugennaam wordt volgens de DCF (De-
sign Rule for Camera File System)-standaard
verstrekt.
14 Verwijder de filmgeleider naadat alle negatief-
stroken / dia's gescand zijn. Trek de filmgelei-
der voorzichtig en gelijkmatig uit de document-
invoer.
Opmerking
Stand-by modus
Als de scanner gedurende ong. 15
minuten niet wordt gebruikt, dan
schakelt hij zichzelf automatisch uit.
Scannerglas reinigen
Reinigen glasplaat scanner AS1110
Als de gescande afbeelding strepen vertoont of
onscherp is, moet u de glasplaat van de scanner
reinigen.
1 Schakel het apparaat uit.
2 Steek de reinigingsstift in het linker uiteinde
van de documentuitvoer.
Opmerking
Aanwijzingen voor het schoonmaken
Er mag zich geen stof op de reini-
gingsstift bevinden.
8
3 Beweeg de reinigingsstift voorzichtig twee tot
drie keer naar het andere uiteinde van de do-
cumentuitvoer.
4 Beweeg de reinigingsstift tot slot weer naar
het linker uiteinde van de documentuitvoer en
verwijder de reinigingsstift.
Computeraansluiting
U kunt de scanner ook als geheugenkaartlezer
samen met een computer gebruiken.
Uw computer moet aan de volgende minimale sy-
steemeisen voldoen:
Besturingssysteem
Besturingssysteem
Windows: Windows 2000 · XP · Vista · of nieuwe-
re versies · 32-bits of 64-bits
Macintosh: Mass Storage Class Mac OS10.5 of
nieuwere versies
Op de computer aansluiten
Hot-Plug-and-Play
Het apparaat is geschikt voor Hot-Plug-and-Play,
d.w.z. u kunt het apparaat op uw computer aan-
sluiten terwijl deze aan staat. U hoeft de compu-
ter niet uit te zetten om het apparaat aan te slui-
ten.
1 Sluit het apparaat met een USB-kabel op uw
computer aan.
2 Als de USB-aansluiting van uw computer pro-
bleemloos functioneert, dan wordt het appa-
raat automatisch herkend. Aan iedere sleuf
voor geheugenkaarten wordt een driveletter
toegewezen.
Opmerking
Aansluiting op een USB-hub
Als u het apparaat op een USB-hub (=
USB-verdeler) wilt aansluiten, let er
dan op dat de USB-hub op de compu-
ter is aangesloten voordat u het ap-
paraat op de USB-hub aansluit.
3 U kunt de geheugenkaart (drive) benaderen en
de opgeslagen bestanden bewerken.