6. ONDERHOUD (§ 7.1.3 de l'EN 1494+A1)
6.1 Na gebruik:
Wanneer u de pomp niet gebruikt, zet u die in korte stand en draait u de kraan open. Houd de krik en de verlengstukken schoon en smeer de
«kwetsbare» onderdelen geregeld. Berg de krik en de verlengstukken bij voorkeur op in uw koffer wanneer u die niet gebruikt.
6.2 Hydraulisch systeem ontluchten:
Tijdens het vervoer, het opbergen en het gebruik van de pomp of de zuigerram, kan het oliepeil dalen en kan er lucht in het systeem terechtkomen.
Om het hydraulisch systeem te ontluchten, zet u de pomp horizontaal en doet u de krik naar beneden (8). Draai de kraan helemaal open en pomp
ongeveer 10 keer met de hendel. Doe de kraan dicht en pomp de krik helemaal naar boven. Daarna doet u die weer naar beneden.
Herhaal dit zo nodig 2 à 3 keer.
7. POSITIE TIJDENS HET GEBRUIK VAN DE POMP
Wanneer u de pomp in horizontale positie gebruikt, moet de hendel naar boven staan. Gebruikt u de pomp in verticale positie, dan richt u de slang naar
onderen (9). Een andere positie is niét aanbevolen om te voorkomen dat u een luchtbel in de slang en de krik pompt.
De capaciteit van de pomp kan variëren naargelang het gebruikte aantal hulpstukken en het type belasting. De geschatte belastingscapaciteit van elk stuk
vindt u in (10). Gebruikt u twee verlengstukken of meer, dan monteert u het kortste verlengstuk zo ver mogelijk van de krik.
8. PROBLEEMOPLOSSING
Probleem
De pomp kan de last niet optil-
len of kan de maximumcapaci-
teit niet bereiken.
De druk van de krik daalt onder
belasting.
De pomp gedraagt zich «als
een spons».
De hendel gaat naar boven of
beneden onder belasting.
De ram gaat niet omhoog tot
het maximum.
De ram gaat niet helemaal naar
beneden.
Noot: zijn de problemen nog niet opgelost nadat u bovenstaande procedures probeerde, dan laat u het toestel nakijken door de dichtstbijzijnde FACOM-
verdeler.
GARANTIE
Type D = 2 jaar. Zie de algemene voorwaarden in de catalogus FACOM of de tarieven van FACOM.
12
NU-CR.4TA-CR.10TA_1217.indd 12
Oorzaak
1. De kraan is niet helemaal dicht.
2. Het oliepeil is te laag.
3. De pomp kan lucht bevatten.
1. De kraan is niet helemaal dicht.
2. De pomp kan lucht bevatten.
1. Het oliepeil is te laag.
2. De pomp kan lucht bevatten.
1. De pomp kan lucht bevatten.
1. Het oliepeil is te laag.
2. De pomp kan lucht bevatten.
Oplossing
1. Controleer de kraan en draai ze zo nodig dicht.
2. Controleer het peil en giet zo nodig wat olie bij (zie ONDERHOUD).
3. Ontlucht het systeem (zie ONDERHOUD).
1. Controleer de kraan en draai ze zo nodig dicht.
2. Ontlucht het systeem (zie ONDERHOUD)
1. Controleer het peil en giet zo nodig wat olie bij (zie ONDERHOUD).
2. Ontlucht het systeem (zie ONDERHOUD).
1. Ontlucht het systeem (zie ONDERHOUD)
1. Controleer het peil en giet zo nodig wat olie bij (zie ONDERHOUD).
2. Ontlucht het systeem (zie ONDERHOUD)
De bewegende onderdelen van de pomp moeten gesmeerd worden.
04/12/2017 10:27:45