7.
Let vooral op dat het werktuig bij inschakelen
nog niet in aanraking komt met uw werkstuk.
8.
Kom met uw handen niet te dicht bij bewegende
onderdelen.
9.
Laat het gereedschap niet ingeschakeld achter.
Schakel het gereedschap alleen in wanneer u het
stevig vasthoudt.
10. Schakel eerst het gereedschap uit en wacht tot
het werktuig volledig tot stilstand is gekomen,
voordat u het gereedschap van het werkstuk
haalt.
11. Raak het werktuig of het bewerkte deel van uw
werkstuk niet onmiddellijk na het werk aan; deze
delen kunnen bijzonder heet worden en u zou
zich kunnen branden.
12. Laat het gereedschap niet onnodig lang draaien
in onbelaste toestand.
13. Gebruik altijd het juiste stofmasker of ademha-
lingsapparaat voor het materiaal en de toepas-
sing waar u aan werkt.
14. Bepaalde materialen kunnen giftige chemicaliën
bevatten. Vermijd dan het contact met uw huid
en zorg dat u geen stof inademt. Volg de veilig-
heidsvoorschriften van de fabrikant van het
materiaal.
15. Dit gereedschap is niet waterdicht, dus zorg dat
er geen water op de oppervlakken van uw werk-
stuk komt.
16. Zorg voor voldoende ventilatie bij het schuren
van werkstukken.
17. Bij gebruik van dit gereedschap voor het schu-
ren van bepaalde materialen, verf en houtsoor-
ten kunt u worden blootgesteld aan stof dat uw
gezondheid kan schaden. Gebruik een geschikt
stofmasker of ademhalingsapparaat.
18. Controleer of er geen barsten of scheuren in het
schuurblok zijn voordat u gaat werken. Barsten
of breuken zouden kunnen leiden tot lichamelijk
letsel.
19. Gebruik geen accessoires die niet specifiek ont-
worpen en goedgekeurd zijn door de fabrikant
van dit gereedschap. Ook al past een accessoire
wel op uw elektrisch gereedschap, dan nog staat dit
niet altijd garant voor een veilige werking.
20. Draag beschermende kleding en dergelijke.
Afhankelijk van de toepassing dient u ook een
gezichtsmasker, veiligheidsbril of stofmasker te
dragen. Draag naar vereist ook oorbeschermers,
werkhandschoenen en een werkschort dat
bescherming biedt tegen rondvliegende spaan-
ders of scherp gruis. Een afdoende oogbescher-
ming moet in staat zijn om tijdens het werk
rondvliegende spaanders of scherp gruis tegen te
houden. Het stofmasker of ademhalingsapparaat
moet alle vrijkomende deeltjes uit de lucht die u
inademt te filteren. Langdurige blootstelling aan hard
lawaai kan uw gehoor aantasten.
21. Houd omstanders op veilige afstand tijdens het
gebruik van elektrisch gereedschap. Iedereen
die uw werkterrein betreedt, moet beschermende
kleding dragen. Er zouden splinters van uw werk-
stuk of van een afgebroken accessoire kunnen rond-
vliegen, met kans op verwondingen, ook buiten uw
onmiddellijke werkomgeving.
30
22. Leg het gereedschap altijd pas neer nadat het
werktuig volledig tot stilstand is gekomen. Als
het werktuig nog draait, kan het de ondergrond aan-
grijpen en het gereedschap uit uw handen trekken.
23. Loop niet met het gereedschap terwijl het nog
draait. Als het werktuig tegen uw kleding aan zou
komen, kan de draaibeweging het tegen uw lichaam
aan trekken, met kans op letsel.
24. Gebruik het gereedschap niet in de buurt van
licht ontvlambare materialen. Als er vonken over-
springen, zou er brand kunnen ontstaan.
25. Gebruik geen accessoires waarvoor koeling met
vloeistof vereist is. Het gebruik van water of een
andere koelvloeistof kan leiden tot een elektrische
schok, met gevaar voor elektrocutie.
26. Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu is verwijderd alvorens enig werk aan
het gereedschap uit te voeren.
27. Zorg ook altijd dat u stevig op een solide bodem
staat. Let bij het werken op hoge plaatsen op dat
er zich niemand recht onder u bevindt.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING:
Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van com-
fort en bekendheid met het gereedschap (na veelvul-
dig gebruik) en neem alle veiligheidsvoorschriften
van het betreffende gereedschap altijd strikt in acht.
VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de vei-
ligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing
kan leiden tot ernstige verwondingen.
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR ACCU
1.
Lees alle voorschriften en waarschuwingen op
(1) de acculader, (2) de accu, en (3) het product
waarvoor de accu wordt gebruikt, aandachtig
door alvorens de acculader in gebruik te nemen.
2.
Neem de accu niet uit elkaar.
3.
Als de gebruikstijd van een opgeladen accu aan-
zienlijk korter is geworden, moet u het gebruik
ervan
onmiddellijk
gebruik kan oververhitting, brandwonden en
zelfs een ontploffing veroorzaken.
4.
Als er elektrolyt in uw ogen is terechtgekomen,
spoel dan uw ogen met schoon water en roep
onmiddellijk de hulp van een dokter in. Elektrolyt
in de ogen kan blindheid veroorzaken.
5.
Voorkom kortsluiting van de accu:
(1) Raak de accuklemmen nooit aan met een
geleidend materiaal.
(2) Bewaar de accu niet in een bak waarin
andere metalen voorwerpen zoals spijkers,
munten e.d. worden bewaard.
(3) Stel de accu niet bloot aan water of regen.
Kortsluiting van de accu kan oorzaak zijn van
een grote stroomafgifte, oververhitting, brand-
wonden, en zelfs defecten.
6.
Bewaar het gereedschap en de accu niet op
plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot
50°C of hoger.
ENC007-9
stopzetten.
Voortgezet