BEDIENINGSINSTRUCTIES
f. Voor een positief geaard voertuig, verbind de
NEGATIEVE (ZWART) klem van de batterijlader met de
NEGATIEVE (NEG, N, -) niet-geaarde post van de
batterij. Verbind de POSITIEVE (ROOD) klem met het
voertuigchassis of motorblok weg van de batterij. Verbind
de klem niet met de carburator, brandstofleiding of fijne
metalen onderdelen. Verbind met een zwaar metalen
deel van het frame of motorblok.
g. Bij het loskoppelen van de lader, ontkoppel de AC kabel,
verwijder de klem van het voertuigchassis en verwijder
de klem van de batterijterminal.
h. Zie gebruiksaanwijzing voor de lengte van de
oplaadinformatie.
VOLG DEZE STAPPEN WANNEER DE BATTERIJ
BUITEN HET VOERTUIG IS GEÏNSTALLEERD. EEN
VONK DICHTBIJ DE BATTERIJ KAN EEN EXPLOSIE
VAN DE BATTERIJ VEROORZAKEN. OM HET RISICO
OP VONKEN BIJ EEN BATTERIJ TE VERLAGEN:
a. Controleer de polariteit van de batterijposten. De
POSITIEF (POS, P, +) batterij heeft meestal een grotere
diameter dan de NEGATIEF (NEG, N, -) post.
b. Verbind de POSITIEVE (ROOD) oplaadklem met de
POSITIEVE (POS, P, +) post van de batterij.
c. Plaats uzelf en vrij uiteinde van de kabel zover mogelijk
weg van de batterij - verbind daarna de NEGATIEVE
(ZWART) oplaadklem met het vrije uiteinde van de kabel.
d. Gezicht niet voor de batterij plaatsen tijdens de
uiteindelijke verbinding.
e. Bij het loskoppelen van de oplader, doe dit in
omgekeerde volgorde van de verbindingsprocedure en
onderbreek de eerste verbinding zover mogelijk weg van
de batterij.
f. Een marine (boot) batterij moet aan de wal verwijderd en
opgeladen worden. Om aan boord op te laden is er
speciaal ontworpen apparatuur voor gebruik op zee
vereist.
AC VOEDINGSKABEL VERBINDINGSINSTRUCTIES
De stekker moet gestopt worden in een correct
geïnstalleerd stopcontact overeenkomstig de lokale codes
en verordeningen.
GEVAAR. Verander nooit de geleverde stroomkabel of
stekker - als de stekker niet past, laat een stekker plaatsen
door een gekwalificeerde elektricien. De onjuiste verbinding
kan leiden tot een risico op elektrische schok.
25