3. Verticaal verstekzagen (Fig. 53)
Maak de hendel los en breng het zaagblad in een
schuine stand om de verticale zaaghoek in te stellen
(Raadpleeg het eerder beschreven "Instellen van de
verticale verstekhoek"). Zorg ervoor, dat de hendel
weer stevig wordt aangedraaid om veilig met de inge-
stelde verticale verstekhoek te kunnen werken. Klem
het werkstuk vast tegen de langsgeleider en de draai-
tafel. Schakel de machine in zonder dat het zaagblad
in aanraking komt met enig voorwerp en wacht totdat
het zaagblad de maximale rotatiesnelheid heeft
bereikt. Duw de handgreep daarna voorzichtig hele-
maal omlaag terwijl u, evenwijdig aan het zaagblad,
druk uitoefent. Schakel de machine na voltooiing van
de zaagsnede uit en WACHT TOTDAT HET ZAAG-
BLAD VOLLEDIG GESTOPT IS voordat u het zaag-
blad terugbrengt naar zijn hoogste positie.
LET OP:
• Vergewist u zich er altijd van dat, bij het verticale ver-
stekzagen, het zaagblad omlaag zal bewegen in de
richting van de verticale verstekhoek. Houd handen uit
de buurt van het pad van het zaagblad.
• Tijdens een verticale verstekzaagsnede kan het voor-
komen, dat een afgezaagd deel tegen de zijkant van
het zaagblad blijft leunen. Als het zaagblad omhoog
wordt gebracht terwijl het nog steeds ronddraait,
bestaat de kans dat dit deel door het zaagblad wordt
geschept waardoor stukjes kunnen worden rondgeslin-
gerd, wat gevaarlijke is. Het zaagblad mag ALLEEN
omhoog worden gebracht als het volledig tot stilstand is
gekomen.
• Als u de handgreep omlaag duwt, moet u, evenwijdig
aan het zaagblad, druk uitoefenen. Als de druk, tijdens
het zagen, niet evenwijdig aan het zaagblad wordt uit-
geoefend, zal de hoek van het zaagblad veranderen en
de precisie van de zaagsnede achteruit gaan.
4. Samengesteld verstekzagen
Bij samengesteld verstekzagen wordt het werkstuk-
stuk gezaagd met een tegelijkertijd ingestelde verti-
cale
verstekhoek
Samengesteld verstekzagen kan uitgevoerd worden
onder de hoeken zoals weergegeven in de tabel.
Verticale verstekhoek
45°
006366
Raadpleeg bij samengesteld verstekzagen de uitleg
bij "Afkorten", "Horizontaal verstekzagen" en "Verti-
caal verstekzagen".
5. Zagen van geperst aluminiumprofiel (Fig. 54)
Gebruik, zoals afgebeeld, vulhout of afvalhout voor
het vastklemmen van geperste aluminiumprofielen om
vervorming van het aluminium te voorkomen. Gebruik
een smeermiddel bij het zagen van geperste alumi-
niumprofielen om het ophopen van aluminiumslijpsel
op het zaagblad te voorkomen.
en
horizontale
verstekhoek.
Horizontale verstekhoek
Links en Rechts 0° – 45°
LET OP:
• Probeer nooit een dik of rond geperst aluminiumprofiel
te zagen. Dikke geperste aluminiumprofielen kunnen
tijdens het bewerken loskomen en ronde geperste alu-
miniumprofielen kunnen niet met deze machine vastge-
klemd worden.
• Zaag nooit aluminium in de tafelzaagstand. (in de tafel-
zaagstand)
GEBRUIK ALS EEN ZAAGTAFEL (IN DE
TAFELZAAGSTAND)
LET OP:
• Gebruik altijd hulpstukken, zoals duwstokken en duw-
blokken als er gevaar bestaat dat uw handen en vin-
gers in de buurt van het zaagblad kunnen komen.
• Houdt het werkstuk altijd stevig tegen de tafel en de
schulpgeleider. Buig en verdraai het niet als u het
invoert. Als het werkstuk verbogen of verdraaid is, kan
dat gevaarlijke terugslag veroorzaken.
• Haal NOOIT een werkstuk terug als het zaagblad nog
draait. Als u een werkstuk terug moet halen voordat de
zaagsnede voltooid is, moet u eerst de machine uit-
schakelen, terwijl u het werkstuk stevig vasthoudt.
Wacht totdat het zaagblad volledig tot stilstand is geko-
men, voordat u het werkstuk terughaalt. Als u dat niet
doet kan het gevaarlijke terugslag veroorzaken.
• Verwijder NOOIT restmateriaal als het zaagblad nog
draait.
• Plaats NOOIT uw handen of vingers in het pad van het
zaagblad.
• Bevestig de schulpgeleider altijd stevig, anders kan het
gevaarlijke terugslag veroorzaken.
• Gebruik altijd hulpstukken, zoals duwstokken en duw-
blokken bij het zagen van kleine of smalle werkstukken,
of als het inzaagpunt buiten het zicht valt tijdens het
zagen.
Hulpstukken
Duwstokken, duwblokken of extra geleiders zijn typische
hulpstukken. Gebruik deze om een veilige, zekere
zaagsnede te maken zonder dat de bediener, met enig
lichaamsdeel, in aanraking kan komen met het zaagblad.
Duwblok (Fig. 55)
Gebruik een 19 mm dik stuk triplex.
De handgreep moet in het midden op het stuk triplex
bevestigd worden. Bevestig met lijm en houtschroeven
zoals afgebeeld. Het kleine stuk hout (9,5 mm x 8 mm x
50 mm) moet altijd aan het triplex gelijmd worden, om te
voorkomen dat het zaagblad stomp wordt als de bedie-
ner per ongeluk in het duwblok zaagt. (Gebruik nooit spij-
kers in het duwblok.)
Hulpgeleider (Fig. 56)
Maak een hulpgeleider van een stukken triplex van
9,5 mm en van 19 mm.
75