Gebruiksaanwijzingen
Installatie van het platform en bedieningshandleiding
Om te zorgen dat het systeem correct wordt geïnstalleerd en soepel werkt, volgt u deze
stapsgewijze handleiding.
1. Verwijder alle items uit de verpakking en inspecteer ze op schade.
2. Het platform moet direct op het bedframe en onder het bestaande matras worden geplaatst.
U mag het matras NIET op het bedframe vastbinden of bevestigen. (A)
3. Inspecteer het platform en de hoes op zichtbare tekenen van schade. (B)
4. Zorg dat de luchtcellen in het platform met het Velcro® (klittenband) zijn bevestigd.
5. Breng de hoes aan en sluit de rits, waarbij u zorgt dat de luchtcelslangen door de openingen
aan het voeteneinde van de hoes worden gevoerd.
Opmerking: De platformhoes moet vrij kunnen bewegen, zodat beide zijden van het platform
onbeperkte ruimte hebben om te worden opgeblazen.
6. Met behulp van de snelle connectors sluit u de luchtopblaasslangen aan op de
luchtcelslangen – 'rood op rood' – waarbij u zorgt dat de slangen niet verdraaid of geknikt
raken. (C)
7. Controleer of de CPR-deflatiekleppen goed op hun plek zitten om luchtlekkage te
voorkomen. (D)
8. Hang de bedieningseenheid aan de bedhaken op het voetenbord van het bed. (E)
9. Met behulp van de snelle connectors sluit u de luchtopblaasslangen aan op de
bedieningseenheid – 'zwart naar bedieningseenheid' – waarbij u zorgt dat de slangen niet
verdraaid of geknikt raken. (F)
10. Sluit de bedieningseenheid via het meegeleverde netsnoer op de stroomvoorziening aan. (G)
A.Het platform moet direct op het
bedframe en onder het bestaande matras
worden geplaatst.
D. Controleer of de CPR-deflatiekleppen
goed op hun plek zitten om luchtlekkage
te voorkomen.
B. Inspecteer het platform op zichtbare
tekenen van schade.
E. Hang de bedieningseenheid aan de
bedhaken op het voetenbord van het
bed.
123
C.Met behulp van de snelle connectors
sluit u de luchtopblaasslangen aan op
de luchtcelslangen – 'rood op rood'
– waarbij u zorgt dat de slangen niet
verdraaid of geknikt raken.
F. Met behulp van de snelle connectors
sluit u de luchtopblaasslangen aan op
de bedieningseenheid – 'zwart naar
bedieningseenheid' – waarbij u zorgt
dat de slangen niet verdraaid of geknikt
raken.