17. Gebruik de afkortzaagmachine nooit met de onderste
afscherming vergrendeld in de geopende stand.
18. Zorg dat de onderste afscherming soepel beweegt.
19. Gebruik de zaag niet wanneer de afschermingen niet
juist zijn aangebracht, wanneer deze niet goed werken
of als ze niet in degelijke staat zijn.
20. Gebruik scherpe zaagbladen. Neem het maximale
toerental in acht dat op het zaagblad staat.
21. Gebruik geen zaagbladen die beschadigd of vervormd
zijn.
22. Gebruik geen zaagbladen die gemaakt zijn van staal.
23. Gebruik uitsluitend zaagbladen die door HiKOKI worden
aanbevolen.
Gebruik zaagblad overeenkomstig EN847-1.
24. De zaagbladen moeten een buitendiameter hebben van
216 mm.
25. Gebruik het juiste zaagblad voor het materiaal dat
gezaagd wordt.
26. Gebruik de afkortzaagmachine nooit met het zaagblad
naar boven of naar de zijkant gekeerd.
27. Zorg dat er geen vreemde bestanddelen zoals nagels in
het werkstuk zitten.
28. Vervang het tafel-inzetstuk wanneer dit versleten is.
29. Gebruik de zaag enkel voor het zagen van hout,
aluminium en dergelijke.
30. Gebruik de zaag niet voor het snijden van andere
materialen dan die door de fabrikant worden aanbevolen.
31. Zorg dat het vervangen en positioneren van het za
agblad juist wordt uitgevoerd en alle waarschuwingen
en instructies in acht worden genomen.
32. Sluit de afkortzaagmachine op een stofopvanginrichting
aan wanneer hout gezaagd wordt.
33. Wees voorzichtig bij het maken van gleuven.
34. Pak niet de houder vast wanneer u het gereedschap
draagt. Draag het gereedschap altijd aan de handgreep.
35. Het gevaar bestaat dat de steunen los komen. Houd
daarom de handgreep vast in plaats van de steun.
36. Begin pas met zagen wanneer het motortoerental de
maximumsnelheid heeft bereikt.
37. Schakel het gereedschap onmiddellijk uit wanneer dit
niet normaal werkt.
38. Schakel het gereedschap uit en wacht totdat het
zaagblad tot stilstand is gekomen voordat u begint met
onderhoud of afstellingen.
39. Bij afschuinen of verstekzagen mag het zaagblad pas
omhooggehaald worden nadat dit volledig tot stilstand is
gekomen.
40. Bij het snijden van schijven moet de zaag weg van de
bediener worden geduwd.
41. Houd rekening met alle mogelijke gevaren bij het zagen,
met name het weerkaatsen van laserstralen in uw ogen,
het onbedoeld aanraken van bewegende onderdelen
van de machine enzovoort.
42. Zorg er voor dat bij elk gebruik de machine stabiel is.
Gebruik alleen zaagbladen waarvan de maximaal
toegestane snelheid hoger is dan de no-load-snelheid
van het elektrische gereedschap.
Gebruik altijd kraag (A) bij het bevestigen van het
zaagblad.
Vervang de laser of LED niet door een ander type.
43. Sta niet in een lijn met het zaagblad voor de machine.
Altijd naast het zaagblad staan. Dit beschermt uw
lichaam tegen mogelijke terugslag. Houd handen,
vingers en armen uit de buurt van het draaiende
zaagblad.
Kruis uw armen niet tijdens het bedienen van de
gereedschapsarm.
44. Als het zaagblad vastloopt, schakel het apparaat dan uit
en houd het werkstuk vast totdat het zaagblad volledig
tot stilstand komt. Om tegenslag te voorkomen, mag het
werkstuk niet bewogen worden tot nadat de machine
volledig tot stilstand is gekomen.
Corrigeer de oorzaak van het vastlopen van het zaagblad
voor het herstarten van het apparaat.
SYMBOLEN
WAARSCHUWING
Hieronder staan symbolen afgebeeld die van
toepassing zijn op deze machine. U moet de
betekenis hiervan begrijpen voor u de machine
gaat gebruiken.
C8FSHE / C8FSE: Afkortzaagmachine met
Om het risico op verwondingen te verminderen,
moet de gebruiker de instructiehandleiding
lezen.
Draag altijd oogbescherming.
Draag altijd gehoorbescherming.
Alleen voor EU-landen
Geef elektrisch gereedschap niet met het
huisvuil mee!
Volgens de Europese richtlijn 2012/19/EU
inzake oude elektrische en elektronische
apparaten en de toepassing daarvan binnen de
nationale wetgeving, dient gebruikt elektrisch
gereedschap gescheiden te worden ingezameld
en te worden afgevoerd naar een recyclebedrijf
dat voldoet aan de geldende milieu-eisen.
65
Nederlands
telescopisch zaagarm