6.7
Bevestiging en testen van de radioverbinding
FIG. G
Bevestig de sokkel van de zenddoos (aan de muur) met behulp van
de schroeven
,
en
Plaats het deksel op de sokkel en klik de sokkel met de vergrendelpin-
nen vast.
Plaats de vastzetschroef.
FIG. H
Druk lang op de testknop van uw detector, indien de centrale (in test-
modus) een reeks tweetonig geluidsmeldingen uitzendt en het lampje
"Batterijen" op het frontpaneel knippert, is de radioverbinding cor-
rect.
6.8
Plaatsing van de sondes
FIG. I
Sonde voor overstromingen
Grond.
Metalen plaat.
De sonde detecteert een waterniveau van minstens 2 mm door de
onderdompeling van de metalen overstromingscontacten.
Afhankelijk van uw behoeften kunt u de sonde verticaal of horizontaal
op de grond plaatsen om een waterniveau van minstens 2 mm te
detecteren.
De verticale positie vergemakkelijkt de detectie van hogere waterni-
veaus (sonde hangt boven de grond).
Het volstaat om de meegeleverde metalen plaat te bevestigen en de
sonde (die door de magneet wordt vastgehouden) hieraan vast te
maken.
Markeer het bevestigingspunt van de metalen plaat op de plint (verti-
cale bevestiging) of op de grond (horizontale bevestiging), afhankelijk
van de gekozen detectiehoogte.
Voor een verticaal geplaatste sonde moet het gat voor de bevestiging
van de metalen plaat op voldoende hoogte zitten.
Voor de detectie van een waterniveau van 2 mm moet de onderkant
van de plaat op een hoogte van 1 tot 2 cm boven de grond worden
bevestigd.
Voor de detectie van een waterniveau dat hoger is dan 2 mm
plaatst u de metalen plaat hoger, op de gewenste hoogte.
Bevestig de metalen plaat met behulp van de meegeleverde schroef
en plug.
FIG. J
Plaatsing van de sonde voor overstromingen
Sonde.
Magneet.
Positioneer de gemagnetiseerde sonde op de metalen plaat.
Opmerking: Om het onderhoud te vergemakkelijken is de sonde
afneembaar, wij raden u aan om ze regelmatig te reinigen om de opho-
ping van stof tussen de sonde en de grond te voorkomen.
FIG. K
De verbindingskabel moet strak zijn.
en
Correcte posities.
FIG. L
Sonde voor defecte diepvriezer
Sonde.
Verbindingskabel.
kabeldoorvoer.
Aansluitingen van de diepvriezer.
tie.
Verkeerde positie.
Open uw diepvriezer en leg de sonde tussen de diepvriesproducten.
Om koudeverlies te vermijden kunt u de kabeldoorvoer (meegeleverd
NL
met de hulpstukken) gebruiken. Schuif de kabel in de sleuf van de kabel-
doorvoer en kleef de kabeldoorvoer op de aansluiting van uw diepvriezer.
en de pluggen (meegeleverd).
Schroef.
Plug.
Plint.
Metalen plaat.
Verkeerde positie.
Kabeldoorvoer.
Sleuf van de
Correcte posi-
FIG. M
Sonde voor stroomonderbrekingen
Inbouwcontactdoos.
Muurcontactdoos.
Schakelaar op 5 uren.
tie.
Verkeerde positie.
De inbouwcontactdoos wordt boven het apparaat geplaatst (b.v.
aquarium), waarvan ze de voeding controleert. In geval van een stroo-
monderbreking reageert de sonde ofwel na een storing van meer dan
18 minuten, ofwel na een storing van langer dan 5 uur. U kunt de
duur instellen met een schakelaar die onder de stekker van de inbouw-
contactdoos zit.
Nadat u duur
aan op een wandcontactdoos.
FIG. N
Sonde voor antivorst
Binnenmuur.
De sonde voor antivorst meet de omgevingstemperatuur. Wij raden u
Muur.
aan om ze hoger dan 1,50 m boven de grond te plaatsen (bevestigd
op een binnenmuur of geplaatst op een rekje) in tochtvrije lokalen.
De sonde moet in de buurt van een warmtebron worden geplaatst in
geval van een vorstvrije verwarming (+8°C).
FIG. O
Plaatsing van de sonde voor antivorst
Bevestig de metalen plaat met de meegeleverde schroef en plug.
Sonde.
Metalen plaat.
Opmerking: om het onderhoud te vergemakkelijken is de sonde
afneembaar. Wij raden u aan om ze regelmatig te reinigen.
Positioneer de gemagnetiseerde sonde op de metalen plaat.
FIG. P
Sonde.
Watermeter.
Verkeerde positie.
6.9
Testen van uw detectors
Zorg ervoor dat uw centrale in normale modus zit (bevestigd aan de
muur).
Simuleer huishoudelijke schade:
overstroming:
dompel de 2 contacten van de sonde onder. Na 2 sec. detecteert de
sonde een overstroming,
defecte diepvriezer:
leg uw sonde ongeveer 1 uur in de diepvriezer zodat zij dezelfde tem-
peratuur heeft als de voedingsmiddelen (-14°C).
Haal de sonde uit de diepvriezer. Na één of twee minuten stijgt de tem-
peratuur van de sonde tot boven -12°C, en detecteert zij een defect van
de diepvriezer,
stroomonderbreking:
sluit de inbouwcontactdoos gedurende _ uur aan voordat u ze uittrekt
om een stroomonderbreking te simuleren. Na 18 minuten ± 20 % of
5 uur ± 20 % (afhankelijk van de configuratie) detecteert de sonde een
stroomonderbreking,
vorstvorming:
voor deze test moet uw detector niet bevestigd zijn omdat het noodza-
kelijk is de sonde te verplaatsen.
Leg de sonde in het diepvriesvak van uw koelkast.
Wanneer de sonde een lagere temperatuur dan +5°C vaststelt, detec-
teert ze de vorst.
24
Te beveiligingen apparaat.
Verbindingskabel.
Tijdschakelaar.
Schakelaar op 18 minuten.
of
heeft gekozen, sluit u de inbouwcontactdoos
Metalen plaat.
Plug.
Schroef.
Magneet.
Leidingen.
Correcte posi-
Rekje.
Correcte positie.