Installatie - diagral DD400 Mode D'emploi

6.1 Vooraanzicht
FIG. B
Zenddoos. Lichtvenster.
Sonde overstromingen. Overstromingscontacten.
vries of vorst. Sonde stroomonderbreking.
6.2 Openen
FIG. C
Verwijder het deksel van de zenddoos door met een platte schroeven-
draaier op de vergrendelpinnen te drukken.
6.3 Binnenaanzicht
FIG. D
Garantieklever. Batterijconnector.
lampje. Testknop. Verbindingskabel.
ring. Knop 1 van programmering.
Vastzetschroef van het deksel.
Kleef het bovenste deel van de garantieklever op de aanvraag tot ver-
lenging van de garantie die met de gids voor plaatsing van het alarm-
systeem geleverd wordt (het onderste gedeelte van de garantieklever
moet op het product blijven).
6.4 Voeding
Sluit de meegeleverde batterij aan en houd rekening met de positie
van de plus- en de minpool. Het rode en het groene lampje lichten korts-
tondig op.
Druk 2 sec. op de testknop, de oplichting van het rode lampje
bevestigt de goede staat van de batterij.
Vanaf nu moet uw centrale in testmodus zitten (autobeveiliging-
scontact niet ingedrukt).
Indien uw centrale aan de muur is bevestigd, drukt u op de knop
!
Uitschakelen van uw afstandsbediening, en haalt u de centrale
van de muur. Vervolgens plaatst u ze in de buurt van de detector. Zorg
ervoor dat het autobeveiligingscontact niet wordt ingedrukt.
N.B.: Indien u over een telefoonkiezer beschikt, koppelt u die gedurende
de installatie van de huishoudelijke beveiliging los van de telefoonlijn.
6.5 Persoonlijke radiocode
FIG. E
De programmering van uw persoonlijke radiocode gebeurt aan de
hand van de 2 knoppen "0" en "1" die zich aan de binnenkant van
het product bevinden.
Wanneer u uw detector uitpakt, is de geprogrammeerde persoonlijke
radiocode identiek aan de blanco code (geen verbroken verbindingen).
De persoonlijke radiocode van uw systeem wordt weergegeven door
na elkaar op deze 2 knoppen te drukken, in de wetenschap dat een
druk op:
FIG. F
knop "1" overeenkomt met een intacte verbinding van de radioco-
de van uw centrale;
knop "0" overeenkomt met een verbroken verbinding van de
radiocode van uw centrale.
Noteer op een stuk papier dat u op het einde van de codering van
uw detector vernietigt, de onderstaande tabel:
1 2
persoonlijke radiocode
code van de detector
6

INSTALLATIE

Testknop. Verbindingskabel.
Sonde diep-
Tijdschakelaar.
Rode lampje. Groene
Knop O van programme-
Autobeveiligingscontact.
3 4 5 6 7 8 9 10
Zet op de 1ste rij een kruisje in de vakjes die overeenstemmen met
een doorgeprikt gaatje in het codeersjabloon van uw centrale.
Op de 2de rij van uw tabel noteert u een "0" onder elk kruisje.
Zet in de lege vakjes op de 2de rij een "1".
Voorbeeld (niet gebruiken): Met uw codeerplaat en -stift heeft u de
verbindingen 2, 7 en 8 van uw centrale verbroken.
1
persoonlijke radiocode
code van de detector
1
U krijgt een reeks van "0" en "1" die overeenkomt met de op uw detec-
tor te programmeren code.
Opgelet: de code "0000000000" is niet toegestaan.
Om uw persoonlijke radiocode te programmeren gaat u als volgt
tewerk:
Rode
lampje
0 1 0
3 sec. gelijktijdig
knopdrukken op 0 of 1
indrukken tot het
rode lampje dooft
Het rode lampje licht 5 sec. onafgebroken op als signaal voor
!
een correcte programmering.
Opmerking: Indien u tijdens de bediening op een verkeerde knop
drukt, er meer dan 7 sec. tussen 2 opeenvolgende knopdrukken zitten,
of u de knoppen "0" en "1" niet gelijktijdig indrukt, licht het rode
lampje op als indicatie van een foutieve programmering. In dat geval
wacht u tot het lampje niet meer knippert en herbegint u met de pro-
grammering.
6.6 Controle
U kunt de programmering van uw persoonlijke radiocode aan de
hand van de volgende procedure controleren.
Plaats uw centrale (in testmodus) in uw buurt.
Druk 3 sec. op de testknop van uw detector: het rode lampje licht
op (deksel van de detector is verwijderd):
- voor een correcte persoonlijke radiocode: de centrale geeft een reeks
tweetonige geluidsmeldingen en het lampje "Technisch" op het front-
paneel licht op,
- voor een onjuiste persoonlijke radiocode: de centrale zendt een lage
toon uit en geen enkel lampje licht op.
CB950
Zone 1 + 2 Inschakelen
Zone 1
Zone 2
Zone 3 + 4 Inschakelen
Zone 3
Zone 4
Wanneer u lang (meer dan 3 sec.) op de testknop drukt, meldt de cen-
trale een correcte radioverbinding door het lampje "Batterijen" te
doen knipperen.
23
2 3 4 5 6 7 8
X X X
0 1 1 1 1 0 0
..............
1 1 0 1
10 opeenvolgende
3 sec. gelijktijdig
indrukken tot het
overeenkomstig
rode lampje dooft
uw persoonlijke
radiocode
"Bip Bip Bip"
Brand
Noodgeval
Technisch
Stil alarm
Alarm
Batterijen
Uitschakelen
9 10
1 1
!
NL