Gebruik de
•
luchtbevochtiger niet in de
buurt van gasapparaten,
verwarmingsapparatuur of
open haarden.
Haal altijd de stekker uit
•
het stopcontact als u de
luchtbevochtiger niet meer
gebruikt en voordat u deze
gaat schoonmaken.
Vul het waterreservoir
•
niet bij via de luchtuitlaat
aan de bovenkant van de
luchtbevochtiger.
Plaats de luchtbevochtiger
•
op een veilige plek om te
voorkomen dat deze wordt
omgestoten.
Gebruik de
•
luchtbevochtiger niet in
een ruimte waar zich grote
temperatuurverschillen
voordoen, omdat
hierdoor condens in de
luchtbevochtiger kan
ontstaan.
Als de luchtbevochtiger
•
lange tijd niet wordt
gebruikt, kunnen bacteriën
en schimmels op de
filters groeien. Controleer
de filters voordat u
de luchtbevochtiger
opnieuw gebruikt. Als
het filter erg vuil is en
donkere vlekken heeft,
dient u het te vervangen
(zie het hoofdstuk 'Het
bevochtigingsfilter
vervangen').
Was het filter niet in een
•
wasmachine of vaatwasser
om vervorming van het
filter te voorkomen.
De luchtbevochtiger
•
is uitsluitend bedoeld
voor huishoudelijk
gebruik onder normale
gebruiksomstandigheden.
Reinig het waterreservoir
•
en het bevochtigingsfilter
wekelijks om deze schoon
te houden.
Vul het waterreservoir
•
alleen met koud
kraanwater. Gebruik geen
grondwater of heet water.
Vul het waterreservoir niet
•
met andere stoffen dan
water. Voeg geen parfum
of chemische stoffen toe
aan het water. Gebruik
alleen drinkbaar water,
zoals kraan-, mineraal- en
gezuiverd water.
NL
167