20.1
Oppervlaktemeting / parameters
T1=19.3
Emissiecoëfficiënt
Emissiewaarde voor oppervlak
1 (T1) instellen. Zie ook
hoofdstuk 11.1
Als voor meetpunten,
-lijnen of -oppervlakken
!
eigen waarden zijn
vastgelegd, verschijnt
een *-symbool bij de
meetwaarde.
Ref. zetten
De temperatuur van oppervlak 1
(T1) geeft de referentietemperatuur
(R) aan. Zie ook hoofdstuk 10.2
Oppervlaktype
Max. temp. hoogste temperatuur binnen
het meetoppervlak
Min. temp. laagste temperatuur binnen
het meetoppervlak
Gem. temp. gemiddelde temperatuur
binnen het meetoppervlak
Oppervlak bewegen
Positie
De positie kan worden bewogen
door middel van de pijltoetsen
Afmeting
De afmeting van het veld kan
worden gewijzigd door middel
van de pijltoetsen
Oppervlak wissen
Het oppervlak wordt
verwijderd.
66
NL
T1=19.3
1
T1=19.3*
Instellingen
Emissiecoëfficiënt
0.60
Ref. zetten
Nee
Oppervlaktype
Max. temp.
Positie
Oppervlak bewegen
Oppervlak wissen
Nee
Instellingen
Emissiecoëfficiënt
0.60
Ref. zetten
Nee
Oppervlaktype
Max. temp.
Oppervlak bewegen
Positie
Oppervlak wissen
Nee
Instellingen
Emissiecoëfficiënt
0.60
Ref. zetten
Nee
Oppervlaktype
Max. temp.
Oppervlak bewegen
Positie
Oppervlak wissen
Nee
Instellingen
Emissiecoëfficiënt
0.60
Ref. zetten
Nee
Oppervlaktype
Max. temp.
Oppervlak bewegen
Positie
Oppervlak wissen
Nee
Instellingen
Emissiecoëfficiënt
0.60
Ref. zetten
Nee
Oppervlaktype
Max. temp.
Oppervlak bewegen
Positie
Oppervlak wissen
Nee
*