NL
Montage - aanwijzingen bij Fig. 3
Voor de montage van het apparaat dient een diepe apparaat-
lasdoos te worden ingezet, deze mag niet als aftakdoos
worden gebruikt.
De aansluiting van de busleidingen geschiedt via de
busklemmenblok 6183-500.
OPGELET
De belastingsstroomkring moet met een maximaal 10
A contactverbreker worden beveiligd!
De toegepaste elektronische voorschakelapparaten
moeten tussen hun netingang en de 0-10 V stuur-
uitgang een functiescheiding hebben (galvanische
scheiding).
In de schakel-/dimactor bestaat via de elektronica van
het apparaat een verbinding tussen de aansluitingen N
en minus (-).
Bij snijpunten of benaderingen van geïsoleerde aders
van 24 V bus en 230 V belastingsstroomleidingen
inclusief de 0-10 V stuurleidingen moet een afstand
van > 4 mm worden nageleefd (zie handboek gebouw-
systeemtechniek van de ZVEI/ZVEH).