Aanhangsel
12
Aanhangsel
Oplossen van problemen
Probleem
• Geen stroom.
• Het plasmascherm kan niet worden
ingeschakeld.
• Het plasmascherm kan niet worden
bediend.
• De afstandsbediening doet het niet.
• Er worden geen beeld en geluid
weergegeven.
• Geen beeld.
• Wel beeld, geen geluid.
• De geluidsweergave is links-rechts
verwisseld.
• Er wordt slechts geluid weergegeven via
één luidspreker.
• Het beeld wordt afgekapt.
• Vreemde kleuren, te licht, te donker of
kleurverschuiving.
• Weergave van een nabeeld
• Verschillende helderheid of kleuren
rechts/links, boven/onder of in het
midden van het scherm.
• De stroom wordt plotseling
uitgeschakeld.
• Paneel geeft geluid/geruis
Als één van de volgende foutmeldingen op het scherm verschijnt, dient u de corresponderende items in de tabel te controleren.
Code
Melding
SD04
Het apparaat gaat nu uit. De inwendige temperatuur is te
hoog. Controleer de temperatuur rondom het
Plasmascherm.
SD05
Het apparaat gaat nu uit. De interne beveiligingscircuits
zijn geactiveerd. Is er kortsluiting in een
luidsprekerkabel?
38
Du
Mogelijke oplossing
• Is het netsnoer of de stekker los? (Zie blz. 18.)
• Is de stroomvoorziening ingeschakeld? (Zie blz. 21.)
• Externe omstandigheden zoals bliksem, statische elektriciteit enz. kunnen storingen veroorzaken.
• Schakel het plasmascherm uit en dan weer in of trek de stekker van het netsnoer ongeveer 1 tot 2 minuten
uit het stopcontact. Probeer vervolgens of de apparatuur weer normaal werkt.
• Zitten de batterijen met hun polen (+, –) de goede kant op? (Zie blz. 20.)
• Zijn de batterijen leeg? Vervang door nieuwe batterijen. (Zie blz. 20.)
• Gebruik de afstandsbediening terwijl u deze naar de sensor voor de afstandsbediening op het
Plasmascherm richt. (Zie blz. 20.)
• Gebruikt u de afstandsbediening onder felle verlichting of TL licht?
• Valt er licht van een TL lamp op de sensor voor de afstandsbediening?
• Controleer de kabelverbinding met de andere apparatuur. (Zie blz. 33 tot 37.)
• Zijn de andere componenten correct aangesloten? (Zie blz. 33 tot 37.)
• Wordt er een ongeschikt PC signaal ontvangen? (Zie blz. 37.)
• Is de Ingangsselectie instelling correct? (Zie blz. 31.)
• Controleer of het volume niet op de laagste stand staat. (Zie blz. 21.)
• Controleer of u de geluidsweergave niet tijdelijk uitgeschakeld heeft. (Zie blz. 21.)
• Wanneer u INPUT1, INPUT4, INPUT5 of INPUT6 als ingangsbron gebruikt, moet u controleren of de audio
ook is aangesloten. (Zie blz. 33 tot 37.)
• Controleer of de luidsprekers niet links-rechts verkeerd-om zijn aangesloten en of de kabel van één van de
luidsprekers niet is losgeraakt. (Zie blz. 15.)
• Is de balans correct ingesteld? (Zie blz. 28.)
• Is de beeldpositie correct ingesteld? (Zie blz. 30.)
• Zijn de correcte schermafmetingen ingesteld? (Zie blz. 23 en 32.)
• Stel de kleuren van het beeld bij. (Zie blz. 25 tot 28.)
• Is de kamer te fel verlicht? Het beeld kan te donker lijken in een te fel verlichte ruimte.
• Controleer de instelling voor het kleursysteem. (Zie blz. 31.)
• Als een stilstaand beeld of een erg helder beeld gedurende een bepaalde tijd wordt weergegeven en het
scherm dan na een donkere scène overschakelt, is het mogelijk dat het vorige beeld als een nabeeld in het
scherm verschijnt.
• Dit kan verholpen worden door gedurende enkele minuten een tamelijk helder bewegend beeld weer te
geven. Wanneer u echter gedurende lange perioden een stilstaand beeld weergeeft, kan dit resulteren in een
permanente verslechtering van het beeldscherm.
• Wanneer gedurende langere tijd een brievenbus-beeld met zwarte banden boven/onder of rechts/links wordt
weergegeven, of als dagelijks een dergelijk beeld wordt weergegeven, kan dit leiden tot inbranding van de
fluorescerende materialen in het plasmascherm, met weergave van een nabeeld tot gevolg.
• Wij raden u daarom aan een schermformaat te kiezen waarbij dergelijke banden niet geproduceerd worden.
• De interne temperatuur van het plasmascherm is opgelopen. Verwijder eventuele voorwerpen die de
ventilatieopeningen afsluiten of maak de openingen schoon. (Zie blz. 16.)
• Controleer de Stroomvoorziening instellingen. (Zie blz. 29.)
• Door het Paneel gegenereerde geluiden, bijv. ventilatorgeruis, gebrom van elektrische schakelingen, gezoem
van het glaspaneel e.d., zijn normaal voor een op fosfor gebaseerd matrixscherm.
Controleren
Controleer of de omgevingstemperatuur van uw Plasmascherm te hoog is.
Controleer de aansluitingen en de bedrading tussen het Plasmascherm en de
luidsprekers.