- materiaal van het werkstuk
- kracht waarmee het werkstuk te-
gen het zaagblad wordt geschoven.
•
De voor de veiligheid verantwoor-
delijke persoon dient onmiddellijk
op de hoogte te worden gesteld van
fouten zodra die zich in de machi-
ne voordoen, met inbegrip van de
beschermende inrichtingen en het
zaagblad.
3. Veilig gebruik
•
Schuifstok of de handgreep met
schuifhout gebruiken om het werk-
stuk veilig langs het zaagblad te
leiden.
•
Spleetspie gebruiken en correct
instellen.
•
Bovenste zaagbladafdekking ge-
bruiken en correct instellen.
•
Voegen of groeven niet uitvoeren
zonder voordien een gepaste be-
schermende inrichting zoals b.v.
tunnelbescherminrichting boven de
zaagtafel aan te brengen.
•
Cirkelzagen mogen niet voor het in-
snijden (in het werkstuk beëindigde
groef) worden gebruikt.
•
Gebruik enkel zaagbladen waarvan
de maximaal toelaatbare snelheid
niet geringer is dan de maximale
snelheid van de spil van de tafel-
cirkelzaag en van het te snijden
materiaal.
•
Bij het transport van de machine
alleen de transportinrichtingen ge-
bruiken en nooit de beschermende
inrichtingen gebruiken voor het han-
teren en het transport.
•
Tijdens het transport moet het
bovenste gedeelte van het zaag-
blad afgedekt zijn, b.v. door de be-
schermkap.
•
Lange werkstukken aan het einde
TCTS_1702_EX_BE_SPK7.indb 60
TCTS_1702_EX_BE_SPK7.indb 60
NL
van het snijden beveiligen tegen
neerkantelen (b.v. afrolstandaard
enz.).
4. Bijkomende instructies
•
Geef de veiligheidsvoorschriften
aan alle personen door die aan de
machine werken.
•
Gebruik de zaag niet om brandhout
te zagen.
•
Laat het dwarszagen van rond hout
achterwege.
•
Voorzichtig! Door het roterende
zaagblad bestaat gevaar voor ver-
wondingen aan handen en vingers.
•
De machine is voorzien van een
veiligheidsschakelaar tegen herin-
schakelen na spanningsafval.
•
Controleer of de spanning op het
kenplaatje van het toestel overeen-
komt met de netspanning alvorens
met de zaagmachine te beginnen
werken.
•
Als u een verlengkabel nodig heeft
dient u er zich van te vergewissen
dat zijn doorsnede voldoende is
voor het opgenomen vermogen
van de zaag. Minimumdoorsnede 1
mm2
•
Kabeltrommel enkel in afgewonden
toestand gebruiken.
•
Controleer de netaansluitkabel. Ge-
bruik geen defecte of beschadigde
aansluitkabels.
•
De bedieningspersoon moet min-
stens 18 jaar zijn, leerlingen min-
stens 16 jaar, maar enkel onder
toezicht.
•
Hou de werkplaats vrij van houtaf-
val en rondslingerende delen.
•
Aan de machine werkende perso-
nen mogen niet afgeleid worden.
•
Let op de draairichting van de mo-
tor en het zaagblad.
- 60 -
17.12.15 12:39
17.12.15 12:39